Tholen - Twaalf jaar geleden kwam Jan Hulst, Crop Advisor Glastuinbouw, bij Bayer, precies in een tijd dat het bedrijf ‘voorsorteerde’ op de toenemende vraag naar groene middelen. Inmiddels hebben ze een breed pakket aan groene middelen opgebouwd: Serenade, Flipper, Sonata, Requiem Prime, Contans en Xentari. Jan weet dus zeker het een en ander over ontwikkelingen in de groene gewasbescherming, en laat graag zijn licht hierover schijnen.
Steeds meer groen
“IPM is niet meer weg te denken. De overheid wil graag naar nagenoeg nul emissie in 2030 (Toekomstvisie Gewasbescherming 2030).” Als de visie uiteindelijk wordt dat er bijna geen chemische middelen op het eindproduct mogen worden aangetroffen, heeft de teler nog wel wat ruimte om chemie in te zetten tijdens de teelt, maar groene middelen nemen duidelijk de overhand. In de vruchtgroenten zitten we nu op zo’n 80 procent groene middelen en 20 procent chemisch. Zonder de huidige plagen en virussen – denk aan de zuidelijke groene stinkwants, nesidiocorus en ToBRFV – zou dat percentage zelfs op kunnen lopen tot 85 of 90.
Vergroening in de sierteelt
Ook in de sierteelt ziet Jan een verschuiving naar meer groene middelen. “Roos en gerbera zijn echte voorlopers in de sierteelt.” Omdat die gewassen langer in de kas staan, is het voor een kweker beter te verantwoorden om de grotere investeringen te doen die met groene gewasbescherming gepaard gaan. Maar ook in de chrysantenteelt zien we grote verschuivingen ontstaan, waarbij plagen als trips, bladluis en spint steeds beter te controleren zijn door middel van IPM. Daarbij zien kwekers de kwaliteit in het eindproduct toenemen bij gebruik van groene middelen, aldus Jan. “In roos en gerbera zien we dan ook verhoudingen die redelijk vergelijkbaar zijn met de vruchtgroenteteelt: 70 procent groen, 30 chemisch.”
Op naar residuvrij
Tot zover de huidige stand van zaken – hoe ziet Jan de toekomst? “Over tien jaar zou 90 procent onder glas met minder chemische input, of zelfs residuvrij, moeten kunnen telen.” Bij Bayer zijn ze dan ook voortdurend op zoek naar nieuwe oplossingen. Deze zoektocht richt zich niet alleen op gewasbeschermingsmiddelen maar ook het veredelen van resistente rassen speelt hierbij een grote rol. In het onderzoek speelt de veiligheid voor mens en milieu een grote rol.
“Groene middelen zijn niet per definitie veilig.” Dat klinkt misschien opmerkelijk, maar Jan legt het uit: “Van de vijf meest giftige stoffen in de wereld komen er vier van Moeder Natuur. Uit de natuur is niet per definitie ook veilig. Giftigheid wordt namelijk bepaald door de dosering, niet door het product. Het gaat uiteindelijk altijd om de blootstelling.”
Geen tovermiddel
“Wat ook nog interessant is, is dat de groene middelen niet alleen bovengrondse maar soms ook ondergrondse toepassingen hebben. Serenade bijvoorbeeld, koloniseert bij een bodemtoepassing de wortels. Tijdens dit proces maakt de bacterie in Serenade stoffen aan die de plant beschermen tegen schimmels en tevens wordt het zelfverdedigingsmechanisme van de plant geactiveerd. Serenade kan hierdoor chemische toepassingen tegen bodemgebonden ziektes vervangen.”
In de praktijk kunnen de resultaten met groene middelen wisselend zijn. Dat telers sceptisch zijn, ligt dan ook voor de hand, en ook Jan had aanvankelijk die scepsis. “Maar door de groene middelen op de juiste manier (toepassing en toepassingsmoment) in te zetten, kunnen ze uitstekende resultaten laten zien. En dat zeg ik niet met mijn Bayer-pet op, want het uiteindelijke doel is dat de teler een gelijk of beter rendement kan halen met minder chemische input. Van middelen als Serenade, Sonata en Flipper word ik dan ook wel heel enthousiast.”
Uit de diverse proeven blijkt duidelijk dat groene middelen geen tovermiddel zijn, maar gewoon gewasbeschermingsmiddelen die echt werken. En dat enthousiasme over die groene middelen wil Jan graag overbrengen op telers, zodat ze minder afhankelijk worden van synthetische oplossingen.
Voor meer informatie:
Bayer
Jan Hulst
jan.hulst@bayer.com
www.bayer.com