Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Kunnen er meer organische reststoffen in potgrond?

Potgrond bestaat uit een mengsel met bijvoorbeeld veen, kokos of houtvezels. Daaraan mogen ook organische reststoffen worden toegevoegd, maar tot een bepaald maximum. Reststoffen als compost, bermgras en gft kunnen namelijk negatieve effecten hebben op de kwaliteit van de potgrond. De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research onderzoekt of dat te verhelpen is door de organische reststoffen verdergaand te bewerken.

​Potgrond en andere substraten mogen nu tot maximaal 20% bestaan uit organische reststoffen. Compost, bermgras en gft zorgen er namelijk voor dat het zoutgehalte en de pH van de potgrond te hoog worden en dat stikstof te snel wordt vastgelegd. Bovendien degraderen de reststoffen te snel. Voordeel van de reststoffen is dat ze in grote hoeveelheden voorradig zijn en duurzamer zijn dan veel andere mogelijke ingrediënten.

De stoffen kunnen bewerkt worden, zodat de negatieve eigenschappen verwijderen, of in ieder geval minder worden. Daarmee worden de reststoffen dus beter verwaard. Mogelijke bewerkingen zijn zeven, wassen, composteren of verhitten in een zuurstofloze omgeving. De vraag is: welke bewerkingen zijn nodig en in welke volgorde? En ook: maken de bewerkingen de reststoffen niet te duur? Daarnaast onderzoekt WUR binnen hetzelfde project of hennepvezels bruikbaar zijn als basismateriaal voor pluggen voor plantenkweek.

Voor het onderzoek gebruikt WUR monsters geproduceerd bij de bedrijven, waar de reststoffen worden bewerkt. Daarmee worden vervolgens laboratoriumproeven uitgevoerd. Ook teeltexperimenten horen bij goed gevolg tot de onderzoeksopzet. Het onderzoek wordt gefinancierd door de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en een consortium van bedrijven in compost, potgrond en vezel-verwerking, een bedrijf voor technische installaties en TNO.​

bron: Wageningen UR

Publicatiedatum: