Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Hans Veenstra, EconSeeds:

"Er zijn wel degelijk goede bloemzaadmengsels op de markt"

Tholen - Met ongetwijfeld de beste bedoelingen wordt door wet en regelgeving gepoogd plantsoenen, akkerranden, bermen en wat al niet meer bij-vriendelijker te maken. Gemeenten, stichtingen en ook particulieren voelen zich, met zo mogelijk nog betere bedoelingen, gemotiveerd hieraan bij te dragen door bloemzaadmengsels te kopen, deze uit te zaaien en het zodoende die bij naar de zin te maken. Maar, zo blijkt, dikwijls schort het aan de kwaliteit.

Dat is althans het resultaat van onderzoeken van Wageningen, die daarmee weer de bevindingen uit de praktijk staven. Zie bijvoorbeeld dit item op RTV Oost, waarin verslaggeefster Fieke van den Esschert constateert maar weinig bloemen in haar tuin te zien en bioloog Piet Bremer uitlegt dat dat komt omdat er in het gebruikte bloemmengsel maar weinig bloemzaden (maar daarentegen veel graszaden) zitten. Het mengsel zou slecht afgestemd zijn op het beoogde doel en bovendien zouden de meeste bloemen die er wel inzitten exoten – dat wil zeggen planten waar bijen niet mee uit de voeten kunnen – zijn.

Kwalijke zaak
En dat is een kwalijke zaak. “In de eerste plaats demotiveert dit oordeel de burger, want hij heeft de indruk dat zijn goedbedoelde inspanning om bestuivende insecten te helpen een contraproductief effect heeft. Omdat er blijkbaar niets goeds beschikbaar is op de markt. En in de tweede plaats komen verschillende bedrijven, waaronder ook wij, onterecht in het beklaagdenbankje.”


Foto: Bertrand (een Frans zaadbedrijf dat in 2016 door EconSeeds werd gekocht)

Aan het woord is Hans Veenstra van EconSeeds, een bedrijf dat handelt in bloemzaden en dat dergelijke publiciteit een doorn in het oog is. Volgens Hans wordt in deze berichtgeving namelijk voorbij gegaan aan het eigenlijke, onderliggende probleem. “Als er in een mengsel, waar volgens de verpakking 30 verschillende soorten zouden moeten zitten, slechts 5 of 6 geteld worden, dan geeft dat zonder meer te denken. Maar dat gebeurt al heel lang. Er zijn partijen in de markt die deze mengsels aanbieden en waartegen wij, maar ook onze concurrenten, geregeld waarschuwen. Natuurlijk staan deze partijen in voor hun gevarieerde mengsels en natuurlijk staat het iedereen vrij de proef op de som te nemen. Het punt is echter, dat deze mengsels in Nederland weinig gezaaid worden.”

Zaden kosten geld
De vraag is dan natuurlijk waarom dat niet gebeurt en het antwoord lijkt een Hollandse: zaden kosten geld. “In allerlei landen, vooral in Frankrijk maar ook in Zwitserland, in Duitsland en in nog een aantal landen, hebben we een goeie positie in de markt. Men kijkt naar de onderzoeken en op basis daarvan besluit men wat werkt en wat niet. Dat doen wij ook. Op basis van de vraag uit de markt, op basis van onze kennis en ervaring en op basis van gedegen wetenschappelijk onderzoek maken wij de zaadmengsels en kunnen die naar vraag en inzicht aanpassen. De kosten verbonden aan die mengsels worden door de klanten geaccepteerd en verbonden aan de kwaliteit van de geleverde mengsels. Maar alleen hier in Nederland stoten we zeer vaak ons hoofd. We lopen voortdurend tegen allerlei stichtingen aan die, als puntje bij paaltje komt, lijken te gaan voor een voorgeschreven optie. Voor de goedkoopste oplossing óf voor de meest complexe oplossing waarin alleen zogenaamde “inheemse en lokale” soorten zitten.”

Niet inheems …
Mengsels op basis van inheemse soorten zijn vaak duurder, omdat, weet Hans, men soms een beetje doorschiet in het al dan niet als zodanig kwalificeren van bepaalde soorten. “Als een zaadje in het buitenland geteeld is, wordt het automatisch gekwalificeerd als niet-inheems. De implicatie – misschien niet zo gewild maar door de markt wel snel zo geïnterpreteerd – is dat deze soorten dus niet bruikbaar zijn voor onze insecten. Nu wil het geval dat veel inheems inheemse soorten domweg elders gekweekt worden; en ook zijn er soorten die, weliswaar niet inheems, het hier fantastisch doen. Zoals bijvoorbeeld de phacelia, een paars bloempje dat je vaak ziet bij akkerranden. Deze is niet “inheems” maar groeit en bloeit in Nederland uitstekend. En trekt zwermen bijen.”

Wat wordt er, kortom, precies bedoeld met de termen “lokaal en inheems”? Wat is genetisch het verschil tussen een grasklokje uit Frankrijk en grasklokje uit Nederland; en wat is nu de werkelijke “winst” wanneer dit grasklokje nu daadwerkelijk uit Nederland en niet uit Frankrijk komt. “Er bestaat een grote hoeveelheid standaard cultuur soorten, welke Europees gezien niet of zeer gering afwijken van de specifiek “lokale” of “wilde” soorten. Deze genenbank vormt een solide basis voor mengsels die op inter-Europees niveau praktisch overal goed en veilig kunnen worden ingezet. Dit zijn mengsels die beslist een goede bijdrage leveren aan de verbreding en ondersteuning van bestuivende insecten. Zou deze wetenschap breder gedeeld worden, dan zou dit de druk op de beschikbaarheid van goede en betaalbare mengsels beslist positief beïnvloeden.”

… maar kwaliteit moet leidend zijn
De discussie zou in de eerste plaats moeten gaan over de vraag wat eigenlijk een kwalitatief goed zaaimengsel is. Dat een mengsel van 30 bloemzaden feitelijk maar uit 5 soorten gras blijkt te bestaan en daarom een stuk goedkoper is, is ongetwijfeld het geval. Dat meer gevarieerdere mengsels duurder zijn is niet meer dan logisch. “Maar dat is niet omdat bepaalde soorten wel of niet inheems zijn. Deze mengsels zijn duurder, omdat de variëteit groter is en omdat iedere soort, inheems of niet, nu eenmaal geproduceerd en geprepareerd moet worden.”

Het probleem, en allicht een deel van de oplossing, zit hem in het feit dat er nergens een duidelijke controleerbare kwaliteit aan de mengsels is gekoppeld. Het valt moeilijk te beoordelen wat de herkomst en de kwaliteit van een mengsel is. Hans: “Ons bedrijf kan vrijwel alles leveren. Bijna alle producten worden door onszelf geteeld, in alle hoeken van de wereld. Als iemand, een agrariër of stichting wat voor mengsel dan ook moet hebben, dan kunnen we dat maken. Of er een acceptabel alternatief voor bieden. Het is dus zonder meer mogelijkheid om goede mengsels te gebruiken, maar de klant moet zich wel bewust zijn van wat hij koopt. Aan de prijs gekoppeld is het logisch dat de verwachting niet mag zijn dat een goedkoop mengsel dezelfde kwaliteit, effectiviteit en diversiteit heeft als een duurder mengsel.”

Pragmatisch
EconSeeds houdt zich specifiek met deze vraagstukken bezig en zoekt oplossingen die ter verbetering van de biodiversiteit inzetbaar zijn. “Als we in Nederland bereid zouden zijn de problematiek m.b.t. de inzet van soorten voor verbetering van de biodiversiteit iets pragmatischer te benaderen”, besluit Hans, “dan zouden we mogelijk veel sneller tot kwaliteitsstandaarden kunnen komen. Met deze standaarden zouden zowel bedrijven als particulieren de kwaliteit van de mengsels zelf kunnen verifiëren, en zou men ook de overtuiging herwinnen daadwerkelijk een zinvolle bijdrage te leveren aan het op pijl houden van de insectenstand.”

Voor meer informatie:
EconSeeds BV
Zoutketen 33
1601 EX Enkhuizen
T: (+31) 228 54 4066
E: hveenstra@econseeds.com
www.econseeds.nl

Publicatiedatum: