Van alle Nederlandse groenten, fruit, bloemen, planten, kasconstructies of technische installaties gaat het merendeel de grens over. Dat is al jaren zo en de rek is er nog niet uit, zo laten cijfers van het CBS en onderzoeksinstituut Wageningen Economic Research zien. Tussen 2016 en 2019 is de uitvoerwaarde met 16 gegroeid tot 24,5 miljard euro en ook het aantal exporteurs steeg met 8 procent tot 5997 in 2019.
De export per gemiddelde exporteur ligt rond de 4 miljoen euro tegenover 1,7 miljoen euro import bij de gemiddelde importeur (waarover CBS en WER ook gegevens verzamelden en publiceerden).
De bedrijven in de Keten Tuinbouw&Uitgangsmaterialen hebben een gezamenlijk aandeel van 4,7 procent in de totale goederenexport door Nederland en dat is iets lager dan in 2016 (5,0 procent).
Export vooral via groothandel
Net als bij de import zijn ook bij de export groothandels oververtegenwoordigd in termen van handelswaarde. Maar wat betreft handelaren zijn er meer bedrijven in de primaire tuinbouwproductie dan bij de groothandel. De groothandel heeft een aandeel van 72 procent in de totale waarde van de export door de
Keten T&U en een aandeel van 38 procent in het aantal exporteurs.
De primaire productie heeft 58 procent van de exporteurs en slechts 12 procent van de exportwaarde. Het overgrote deel van de tuinbouwproductie wordt dus geëxporteerd via de groothandel. Er
zijn wel veel directe exporteurs bij de telers maar dat gaat om relatief kleine bedragen.
Sierteelt in aantal exporteurs, AGF én vooral kassenbouw in waarde export aan kop
De bedrijven in de sierteeltketen, van teler tot groothandel, zijn het meest vertegenwoordigd in het totale aantal exporteurs (63 procent) en dat is veel meer dan de voedingsketen (35 procent). In export-waarde heeft de voedingsketen juist het grootste aandeel (53 procent) in vergelijking met de sierteelt (35 procent).
Bedrijven in de de techniek (zoals kassenbouwers) en de diensten (zoals zadenveredelaars) zorgen per exporteur voor relatief veel exportwaarde. Met 3 procent van de exporteurs zorgen deze
bedrijven voor 12 procent van de totale exportwaarde vanuit de Keten T&U.
Kleine daling wederuitvoer 2018-2019 t.o.v. groei uitvoer eigen makelij
Binnen de uitvoercijfers kan het CBS een uitsplitsing maken naar uitvoer van goederen Nederlandse makelij en wederuitvoer van goederen van buitenlandse makelij. Circa drie kwart betreft tuinbouw van eigen bodem en circa een kwart is wederuitvoer van goederen
die eerder zijn ingevoerd.
De ontwikkeling sinds 2016 is goed vergelijkbaar: een groei van
17 procent bij de wederuitvoer en een groei van 16 procent bij de uitvoer van Nederlandse makelij. In de periode 2018-19 nam de uitvoer van Nederlandse makelij (met 8 procent) iets meer toe dan de wederuitvoer (met 4 procent).
Wederuitvoer betreft met name fruit die in andere landen wordt geproduceerd. Denk aan bananen, druiven of avocado's. Bij de uitvoer van Nederlandse makelij zijn de sectoren sierteelt en groente/fruit ongeveer gelijk vertegenwoordigd.
Grootste groeiers: kasmaterialen en boomkwekerij
De grootste procentuele groei in de periode 2015-2019 werd qua export behaald in de kasmaterialen en boomkwekerijproducten. Over de hele linie groeide de export met veertig procent tussen 2015-2019.