Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Geen chemische middelen meer in 2030"

Kennis is macht, kennis delen is kracht. Met deze woorden opende wethouder Cees Ruigrok (Lisse) het congres Vitale Teelt, dat op 1 december is georganiseerd door Flower Science en Greenport Duin- en Bollenstreek. De ruim 160 aanwezigen lieten zich door experts van binnen en buiten de sector bijpraten over de duurzame bollen- en sierteelt. De boodschap was duidelijk: je kunt niet om duurzame bollen heen. Als sector moet je zelf het initiatief nemen en gebruik maken van de kennis die in en buiten de sector is.



Voorjaarsgevoel
Motivator en inspirator Maurits Groen schudde de zaal op met zijn stelling dat duurzaamheid een noodzaak is: “Mensen kopen geen bloembollen, maar een voorjaarsgevoel. Bij dit gevoel passen gewoon geen chemische gewasbeschermingsmiddelen. Om de Bollenstreek- en handel vitaal te houden, is duurzame teelt een must’. Groen riep de zaal op om vooral ook de maatschappij erbij te betrekken, om tot nieuwe oplossingen te komen. “Als je je als sector openstelt, krijg je van de samenleving veel credit.”

Geen chemie in 2030
André Hoogendijk, adjunct-directeur KAVB, ging in op de stelling ‘Geen chemie meer in 2030’. Hij schetste een toekomst waarin de ontwikkeling en toelating van gewasbeschermingsmiddelen onder druk staat, de retail duurzame bollen eist en plagen resistent kunnen worden. “We moeten als sector nadenken over alternatieve teeltsystemen. We hebben geen keuze: als we dit niet aanpakken, hebben we als sector geen toekomstperspectief,” aldus André Hoogendijk. Ook hij benadrukte dat het bij het zoeken naar een oplossing van belang is om de samenwerking op te zoeken, met partijen van binnen en buiten de sector.

Ken je grond
Tijdens het programma waren er vier pitches, die lieten zien dat er voldoende mogelijkheden zijn om een eerste stap te zetten naar een meer vitale teelt. Ard Reijtenbach van Plantlab liet de mogelijkheden zien voor bollen/sierteelt in een compleet gesloten omgeving, waardoor je geen last hebt van ziekten en plagen en geen gewasbescherming nodig hebt. Reijtenbach: “Het gesloten teeltsysteem is een enorme kans voor de bollensector.”

Docent Roel Schelland van Hogeschool Leiden betoogde dat technologische ontwikkelingen kunnen bijdragen aan een duurzamere teelt. Zo liet hij de zaal kennis maken met de MiniION, een klein apparaatje dat de bodemmonitoring een stuk gemakkelijker maakt. “Ken je grond, het is de basis van je product”, aldus Schelland.



Maaike Raaijmakers van Bionext vroeg zich af waarom een natuurlijk product als bollen, die ook een belangrijk onderdeel zijn van de natuur en het landschap, niet nu al biologisch geteeld worden. Zij pleitte ervoor om de natuur juist in te zetten: als je de bodem geeft wat deze nodig heeft - gezonde voeding, afwisseling, rust, gezelschap en structuur - dan gaat deze voor je werken.

De laatste pitcher was bollenprofessor Richard Immink, van Wageningen Plant Research (PPO). Hij pleitte ervoor om niet de omstandigheden te veranderen, maar juist het materiaal - de bollen - aan te pakken. Maak kennis met de bol en ontdek het DNA. Als je dit goed in kaart brengt, kun je een gereedschapskist maken waarmee je problemen kan oplossen. Hij pleitte ook voor eenrichtingsteelt met afgebroeide bollen. Dit zorgt voor snelle vermeerdering en bloei op afroep.

Dagvoorzitter Marijke Roskam inventariseerde na de pitches waar de aanwezigen de meeste toekomst in zagen. De beste scores kregen veredeling en biologische teelt. Zij kwam tot de conclusie dat alle oplossingen eigenlijk gestapeld moeten worden, om uiteindelijk tot die Vitale Teelt te komen.

Hoe nu verder met Project Vitale Teelt
Michiel Cappendijk, programmamanager Greenport Duin - en Bollenstreek, maakte aan het eind van programma bekend dat de sector start met het project Vitale Teelt, waarbij € 10.000 beschikbaar is voor het ontwikkelen van een position paper. Hij riep ondernemers op om hierin mee te denken. “We starten met een klein budget, maar de ambities zijn groot. Ons doel is langjarig met elkaar aan de slag te gaan om tot die vitale teelt te komen”.

Bron: Greenport Duin- en Bollenstreek
Publicatiedatum: