Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
CBS:

Meer oproepbanen in de tuinbouw

Tussen 2010 en 2015 is het aantal werknemersbanen op oproepbasis met 143 duizend gestegen, een toename van 36 procent, meldt CBS. In de tuinbouw, handel en cultuur, sport en recreatie, waar relatief veel oproepbanen voorkomen, steeg het percentage in de afgelopen vijf jaar. In de gezondheids- en welzijnszorg daalde daarentegen het percentage oproepbanen de afgelopen twee jaar licht.



In 2015 waren er 545 duizend werknemersbanen van oproepkrachten. Dat is 7 procent van alle banen van werknemers. In 2010 was dat nog 5 procent. In het overgrote deel van de oproepbanen werken jongeren in de leeftijd van 15 tot 25 jaar. Meer dan de helft van de oproepkrachten is scholier of student.



Van de aanwas in oproepbanen tussen 2010 en 2015 deed twee derde zich voor bij werknemersbanen die jongeren vervullen.

Flexibiliteit voor veel oproepkrachten belangrijk
Is werken op oproep noodzaak of behoefte? Gevraagd naar de belangrijkste reden om een flexibele arbeidsrelatie te hebben, zei in 2015 ruim de helft van de oproepkrachten (54 procent) behoefte te hebben aan flexibiliteit. Dat is twee keer zoveel als gemiddeld onder alle flexibele werknemers. Relatief veel uitzendkrachten (57 procent) geven aan een flexbaan te hebben omdat het niet lukt vast werk te krijgen. Die reden speelt bij de oproepkrachten veel minder. Een kwart heeft de oproepbaan bij gebrek aan een werkkring met meer zekerheid.



Jong en oud
Vooral bij de jongste (15 tot 25 jaar) en de oudste (65 tot 75 jaar) oproepkrachten blijkt de voorkeur voor flexibiliteit veel voor te komen. Van de 25- tot 65-jarige oproepkrachten heeft weliswaar zo’n 40 procent behoefte aan flexibiliteit, maar deze leeftijdsgroepen geven minstens zo vaak aan flexibel te werken omdat het niet lukt een vaste baan te vinden.


Publicatiedatum: