Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Euseius gallicus enige roofmijt die zich massaal vestigt in rozen"

Rozentelers gebruiken vaak een combinatie van Amblyseius swirskii en Amblyseius cucumeris om de meest voorkomende plagen in hun gewassen te bestrijden: trips en wittevlieg. Deze twee roofmijten hebben problemen met zich te vestigen in het gewas omdat ze kort na hun introductie telkens weer uitsterven. Hierdoor moeten deze elke 2 tot 4 weken opnieuw worden geïntroduceerd wat een kostelijke en tijdrovende inspanning is.



Euseius gallicus
De roofmijt Euseius gallicus vormt hierop de uitzondering: het is de enige die zich massaal vestigt in rozen. Bovendien is deze nuttige polyfaag - hij eet zowel trips als wittevlieg – en daarom geschikt voor de rozenteelt. Hij is actief vanaf 10°C en beschermt op die manier gewassen van zeer vroeg tot laat in het seizoen.

Biobest biedt gallicus aan onder de commerciële naam Dyna-Mite G-System. Één kartonnen kokerverpakking bevat 10.000 roofmijten die over het gewas verdeeld kunnen worden dankzij een strooideksel.

Verschil tussen de gallicus en de swirskii-cucumeris strategie
“Introducties van gallicus starten idealiter in het begin van het seizoen, ergens tussen week 2 en 4,” zegt Yann Jacques, product manager macrobials bij Biobest. “Wij adviseren twee introducties met elk een dosis van 50 mijten / m².”

“E. gallicus ontplooit zijn volle kracht wanneer het in combinatie met Nutrimite™ wordt toegepast”, aldus Yann. “De roofmijtenpopulatie is in staat om zichzelf preventief uit te bouwen en in stand te houden, zodat ze bij het begin van de zomer, wanneer trips en wittevlieg meestal doorbreken, op optimale oorlogssterkte zijn.”

Volgens Yann moeten rozentelers om de twee weken Nutrimite toepassen nadat zij Dyna-Mite G-System hebben geïntroduceerd. De aanbevolen dosis is 500 gram / ha. Wanneer de zomer is aangebroken en de eerste trips gedetecteerd zijn, kan het voeden gestopt worden zodat de roofmijt zich 100% concentreert op het bestrijden van de plaag.

Aan het eind van de zomer is een herintroductie van Dyna-Mite G-System aanbevolen om een late aanval van trips en wittevlieg te voorkomen. Na de herintroductie moet Nutrimite opnieuw worden toegepast zodat de gallicus populatie gehandhaafd blijft tot op het einde van het seizoen.

Voor meer informatie:
Biobest Belgium NV
Lise Verachtert
T: +32 14 25 79 80
E-mail: lise.verachtert@biobest.be
Publicatiedatum: