Verder onderzoek naar efficiëntie spuiten tegen trips

Efficiënt spuiten met contactmiddelen tegen met name trips is lastig in veel bloemisterijgewassen. De beestjes bevinden zich in de knop, in verband met het stuifmeel, en aan de onderkant van het blad of in de bladoksels. Trips beweegt zich gedurende de teelt door het gewas heen. Dit wordt verticale migratie genoemd.

Trips zit aan het begin van de teelt onder en in het parasolletje van de jongste bladeren. Zo zijn ze goed beschermd. Wanneer de knop zich ontwikkeld, is ineens een groot deel van de populatie trips niet meer zichtbaar. Wanneer de knoppen kort daarna ruimte bieden voor trips, zijn ze ineens weer terug. Tellingen van in stukken geknipt gewas toonden dit aan.

Spuiten vóór knopaanleg
Van belang is dat een bespuiting (met een gemiddelde doordringing in het gewas van een paar decimeter) niet efficiënt is op het moment van knopaanleg. Een paar dagen eerder is veel efficiënter. De meeste bespuitingen vinden van bovenaf plaats. ChrIP (beoordeelt onderzoeksvoorstellen en adviseert) en de landelijke commissie Chrysant van LTO Glaskracht Nederland hebben budget beschikbaar gesteld aan Robur uit De Lier om een slanke spuitdop verder te ontwikkelen die de onderkant van de bladeren raakt. Aan de onderkant van het blad zitten de trips die je anders niet of nauwelijks raakt. Deze spuitdop is bij een aantal bedrijven inmiddels in gebruik, zonder uitzondering met positieve resultaten.

bron: LTO Nederland