Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Zó kies je biostimulanten

Biostimulanten kunnen onderdeel zijn van een weerbaar teeltsysteem, maar er is veel kaf onder het koren. Laat je daarom goed informeren over de inhoud en werking. En als je een biostimulant wilt toepassen in de praktijk, begin dan kleinschalig met testen.


Foto: LTO Noord/AgriPers

Dat maakten experts uit de land- en tuinbouw woensdagavond 7 februari duidelijk, tijdens een webinar onder leiding van Edwin Lambregts (manager LTO-programma ‘Weerbaarheid in de praktijk’) over biostimulanten.

Biostimulanten zijn geen gewasbeschermingsmiddelen, benadrukte Rik Peters (Wageningen UR). „Het zijn stoffen die de voedingsprocessen van gewassen verbeteren of versterken.” Een biostimulant mag volgens de Meststoffenwet deze functies hebben: beschikbaarheid van nutriënten uit bodem of rhizosfeer verbeteren, efficiëntie van het gebruik van nutriënten verbeteren, weerbaarheid tegen abiotische stress (veroorzaakt door omgeving) verhogen, en/of algehele kwaliteit van het gewas verbeteren.

Wettelijk mag een biostimulant maximaal 600 mg/kg koper bevatten in de droge stof, en maximaal 1.500 mg/kg zink. Een biostimulant mag ook geen stof bevatten die geregistreerd is bij het Ctgb, anders is het een gewasbeschermingsmiddel. En een fabrikant mag geen direct effect op ziekten of plagen claimen. Peters: „Als een verkoper adviseert om een biostimulant tegen een ziekte te gebruiken, is die verkoper illegaal bezig.”

Normeringen in aantocht
Een verkoper die ook adviseert ‘gebruik gewoon 5 liter/ha’, geeft aan dat de fabrikant niet serieus bezig is. Onafhankelijk adviseur Aad Termorshuizen (BodemPlant) meldde op het webinar dat er normeringen aan komen voor biostimulanten. „Fabrikanten leveren claims zodat je op hun biostimulant kunt vertrouwen. Maar mijn inschatting is dat 90-95% van alle biostimulanten kaf is.”

De concept normen kloppen in de ogen van Termorshuizen ook niet. „Als de werkzaamheid is getest op bijvoorbeeld tarwe en gerst, mag de fabrikant zeggen dat de biostimulant werkt op alle akkerbouwgewassen. Dat is raar, want een biostimulant kan wel in het ene gewas werken, maar je moet erg voorzichtig zijn met de interpretatie naar andere planten, andere omstandigheden en andere grondsoorten.”

Een biostimulant werkt dus niet als Haarlemmerolie. Productinformatie moet bovendien transparant zijn, aldus Levi Bin (Cebeco Agro). De inhoud moet bekend zijn. „Wat zit er precies in? Welk onderzoek ligt eronder? Wees kritisch op wat getest is, in welk gewas en onder welke omstandigheden. Maak pas je keus op basis van meerjarig onderzoek.”

Doorwortelbaarheid grond
De basis van een weerbaar teeltsysteem is volgens Digni van den Dries (Akker van de Toekomst) de grond en de doorwortelbaarheid. „Als dat goed is, kan een plant zelf zijn nutriënten vinden. In mijn ogen is ieder gewas gebaat bij evenwichtigheid van alle mineralen die nodig zijn voor groei. Als je vroeg in het seizoen stikstof geeft, heeft de plant er weinig regie over en wordt die juist ziektegevoelig. Ik geef stikstof daarom later in het seizoen.”

Het gewas kan ook belemmerd worden door de grondbewerking vooraf. „Wat is de mate van mechanisatie? Door enorme gewichten van machines is er een toenemende fysieke druk op de grond”, zei de biologische teler. „Dat leidt tot bodemverdichting. En dat beperkt planten in hun vrijheid om zichzelf te ontplooien.”

Passen biostimulanten in een weerbaar teeltsysteem? Van den Dries twijfelde tijdens het webinar. „Ik heb daar nog geen duidelijk resultaat van gezien. Zorg eerst voor een goed protocol om biostimulanten op je bedrijf te testen, zodat je veel gegevens en ervaringen krijgt.”

Richting een weerbaar teeltsysteem is het belangrijk om eerst het probleem centraal te stellen, en dan mogelijke oplossingen te bekijken. Een biostimulant kan een van de oplossingen zijn. „Maar dat kan ook een goede grondbewerking zijn.”

Intrekken SUR: rem op biostimulanten?
De Europese Commissie trekt de SUR (Sustainable Use Regulation) in, de gewasbeschermingswet met als doel het chemische middelengebruik tegen 2030 te halveren. „Gaat dat betekenen dat we een rem krijgen op het gebied van biostimulanten, omdat we toch nog chemie kunnen gebruiken?”, vroeg gespreksleider Edwin Lambregts op het webinar. „Nee”, antwoordde onderzoeker Rik Peters, verwijzend naar de Meststoffenwet waaronder biostimulanten vallen. „We zitten nog steeds met een stikstofdossier, en de aanwijzing van Nutriënten Verontreinigde-gebieden betekent nog minder stikstof.”

Kijk hier het webinar terug.

Webinarreeks weerbaar telen
Dit was het vijfde webinar van een webinarreeks over telen met minder chemie dat het LTO-programma ‘Weerbaarheid in de praktijk’ deze winter organiseert. De vorige webinars gingen over geïntegreerde onkruidbeheersing, emissiereductie, vernietigen groenbemesters en wortelonkruiden zonder glyfosaat en functionele agrobiodiversiteit.

Het volgende webinar vindt plaats op woensdagavond 21 februari; het gaat opnieuw over glyfosaat, maar ditmaal over de inzet op grasland en vanggewassen. Meld je hier aan.

Bron: LTO Bomen

Publicatiedatum: