Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Heibel Nijmegen - Bergerden overtrokken"

Tholen - Het bericht dat Nijmegen ‘geen heil’ meer zou zien in het project Bergerden en om die reden uit de gemeenschappelijke regeling met Lingewaard stapt, is maar zeer gedeeltelijk waar. Dat zegt Wouter Groote, die als projectmanager nauw bij de herstructurering van het Agrocluster Lingewaard betrokken is. “De situatie, zoals die ruim een decennium geleden was, is totaal veranderd. Het belang van de gemeente Nijmegen geld te stoppen in de ontwikkeling van het tuinbouwgebied, had vooral van doen met het ontwikkelen van de Waalsprong. Voor de aldaar gevestigde tuinbouwondernemers moesten nieuwe locaties gevonden worden en het glastuinbouwgebied bood daarvoor interessante perspectieven. Nu, zoveel jaren later, is er in dat gebied veel gebeurd en valt het belang van de samenwerking voor de gemeente Nijmegen steeds meer weg. En vandaar het voornemen – waarover overigens überhaupt nog geen besluit genomen is – de samenwerking stop te zetten.”



Wat niet wegneemt dat het gebied de laatste jaren te kampen heeft gehad met een tegenvallende belangstelling en een miljoenenverlies bij de gemeenten. Wat dat betreft weerspiegelt het gebied de tuinbouw van de afgelopen jaren als geheel, waarin maar weinig bedrijven zich waagden aan uitbreidingen en nieuwbouw. Na een tijd lang de target ook op andere typen bedrijvigheid gelegd te hebben, is onlangs besloten de focus toch weer in zijn geheel terug te brengen tot de tuinbouw. Er is aansluiting gezocht bij Huissen-Angeren, een gebied waarin eveneens flink geherstructureerd wordt en dat de afgelopen jaren vergelijkbare problemen gekend heeft als Bergerden. Samen zijn deze gebieden goed voor 735 ha glas en meer dan 100 ondernemers actief in de tuinbouwsector. Deze samenwerking kreeg de naam Next Garden en er zijn verscheidene speerpunten geformuleerd, die de exploitatie een nieuwe impuls moeten geven.

Markt krabbelt op
Dat het glastuinbouwgebied Bergerden toekomst heeft, leidt voor Groote geen twijfel. “Er wordt op diverse fronten concreet samengewerkt met tuinders, provincie, kennisinstellingen en belangenorganisaties om vorm te geven aan de toekomst van tuinbouwontwikkeling in de regio. Enkele voorbeelden zijn de aansluiting op het regionale warmtenet, de realisatie van het Innovatie- en Demonstratiecentrum Voedsel en Gezondheid en het zoeken naar nieuwe afzetmogelijkheden in Euregio Rhein-Waal. Financieel gezien hebben we een moeilijke tijd achter de rug, maar de markt krabbelt weer op. Die 14 hectare, die we laatst aan aardbeienkwekerij Royal Berry hebben verkocht, is daarvan een mooi teken, zoals ook de installatie van een biogasinstallatie, waarmee deze maand gestart gaat worden. Daarnaast zitten er verschillende andere activiteiten en projecten in de pijplijn, waar wij ook goede verwachtingen van hebben.”

Optimisme
Ook Jan Taks, die bij de gemeente Lingewaard acquisitie voor het gebied doet, is optimistisch. “De drie speerpunten, de filosofie van Next Garden, zijn samengevat in duurzame energie, innovatie en start-ups en de Euregio Rijn-Waal. Dit opent een waaier aan mogelijkheden en niet alleen voor de traditionele teelten als die van tomaten en komkommers. Zo zijn we in gesprek met, bijvoorbeeld, insectenkwekers en liggen er plannen voor een pilot met de teelt van eendenkroos. Eendenkroos bevat tal van interessante eiwitten en we zijn aan het uitzoeken of, en zo ja in hoeverre, dit op grotere economische schaal interessant kan zijn. Dat betekent weer dat als vanzelf aanknopingspunten met andere sectoren gezocht en hopelijk ook gevonden wordt.”