Microbiële biostimulanten zijn uitgegroeid tot een belangrijk onderdeel van de duurzame land- en tuinbouw in Europa. Deze middelen vallen onder de nieuwe Verordening (EU) 2019/1009, mits ze voldoen aan de eisen van Component Material Category (CMC) 7, die is voorbehouden aan micro-organismen.
Momenteel laat de Europese wetgeving slechts vier groepen micro-organismen toe in biostimulanten die als CE-gemarkeerd zijn geregistreerd:
- Azotobacter spp.
- Azospirillum spp.
- Rhizobium spp.
- Mycorrhizaschimmels
Deze micro-organismen mogen uitsluitend worden toegepast in onveranderde vorm, afgezien van droging of vriesdrogen, zodat hun biologische integriteit en veiligheid voor planten, dieren, mensen en milieu behouden blijven.
Uitbreiding van categorie CMC 7
De Directoraat-generaal Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en kmo's (DG GROW) van de Europese Commissie heeft het Austrian Institute of Technology (AIT) opdracht gegeven voor een technisch onderzoek om de lijst van toegestane micro-organismen te actualiseren en uit te breiden.
Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een wetenschappelijke en regelgevende beoordelingsmethode die het mogelijk maakt nieuwe micro-organismen toe te voegen aan Bijlage II van Verordening (EU) 2019/1009, met waarborging van hun veiligheid en agronomische doeltreffendheid.
Ontwikkeling van de beoordelingsmethode
Het werk van het AIT is opgebouwd rond vier hoofdtaken:
Taak 1 – Ontwerp van een beoordelingsmethode die aansluit bij de bestaande Europese criteria voor micro-organismen die al in gebruik zijn.
Taak 2 – Selectie van kandidaat-micro-organismen die eerder door Europese bedrijven via de EU-enquête zijn voorgesteld.
Taak 3 – Beoordeling van de geselecteerde micro-organismen volgens de in Taak 1 ontwikkelde methode.
Taak 4 – Opstelling van concrete voorstellen voor aanpassingen van Bijlage II van Verordening (EU) 2019/1009, waarin de nieuw gevalideerde micro-organismen worden opgenomen.
Beoordeling van het marktpotentieel
Een van de eerste stappen in dit traject is het vaststellen of de kandidaat-micro-organismen commercieel relevant zijn binnen de interne EU-markt. Daarbij wordt gekeken naar hun huidige gebruik in erkende biostimulanten in een of meerdere lidstaten.
Ook wordt onderzocht of een micro-organisme een risico vormt voor de gezondheid van mens, dier of plant, of voor het milieu. Tot slot wordt nagegaan of de biostimulant waarin het micro-organisme is verwerkt agronomisch effectief kan zijn. Minder bekende micro-organismen worden hierbij niet uitgesloten, al krijgen die met de grootste toepassingskansen prioriteit.
Vooruitzichten voor het onderzoek
In 2024 en 2025 organiseerde het AIT verschillende workshops met experts, bedrijven en vertegenwoordigers van de Europese Commissie. Tijdens deze bijeenkomsten werd het belang benadrukt van methodes die innovatie stimuleren, markttoegang versnellen en overlap tussen micro-organismen verminderen.
Het onderzoeksinstituut verwacht de beoordelingsmethode in 2026 af te ronden. De eerste nieuwe micro-organismen zouden dan in 2027 officieel kunnen worden toegevoegd aan CMC 7. Dat zou een belangrijke stap zijn voor de Europese biostimulantenindustrie, omdat dit meer ruimte biedt voor verdere ontwikkeling en commerciële toepassingen.
Het initiatief van DG GROW en AIT vormt een duidelijke stap richting een ruimer en innovatiegericht regelgevingskader, gebaseerd op wetenschappelijke onderbouwing. De uitbreiding van CMC 7 komt niet alleen ten goede aan fabrikanten van biostimulanten, maar draagt ook bij aan de duurzaamheid van de Europese land- en tuinbouw, door het gebruik van veilige en effectieve micro-organismen te bevorderen die de opbrengst verbeteren en de afhankelijkheid van chemische middelen verkleinen.
Bron: sunchemicals.eu