Twee grote rozentelers houden zich aan de maatwerkvoorschriften voor afscherming van assimilatiebelichting. Vanwege de speciale teelt zijn er met de gemeente speciale afspraken gemaakt. Omwonenden gingen hier herhaaldelijk tegen in beroep. Ondanks een hele reeks aangevoerde bezwaren krijgen ze van de rechter geen gelijk. Op geen enkel punt. Dat blijkt uit uitspraak van de Rechtbank Den Haag.
De rechter verklaarde op 21 februari alle bezwaren van de omwonende, die zich beklagen over lichthinder van de kassen waar ze ongeveer 1,4 tot 2,5 kilometer vandaan wonen, ongegrond. In het voorjaar van 2024 vond een zitting plaats in de zaak, die draait om maatwerkvoorschriften voor twee rozentelers in de gemeente Waddinxveen. Omwonenden maakten bezwaar tegen de voorschriften voor de periode 2019-2025. Na de zitting liet de rechter de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (Stab) onderzoek doen.
Zonder maatwerk rozenteelt niet rendabel
Volgens de omwonenden zijn maatwerkvoorschriften bedoeld voor bijzondere en incidentele gevallen. Daarvan is volgens hen in dit geval geen sprake, nu de gemeente al sinds 2014 maatwerkvoorschriften stelt voor de betrokken rozentelers, waarbij ook voor recent nieuw gebouwde kassen de maatwerkvoorschriften gelden. Hierdoor hoeven de telers de assimilatiebelichting minder af te schermen, onder bepaalde omstandigheden, dan is voorgeschreven in algemeen geldende regels. Per combinatie van buitentemperatuur en windsnelheid is in het maatwerkvoorschrift toegelicht voor hoeveel uren per jaar het maatwerk geldt, en welk afschermingspercentage er dan geldt voor de periode van zonsondergang tot zonsopkomst en voor de nanacht.
De Stab, dat onderzoek deed, wijst erop dat bij bepaalde weersomstandigheden in de rozenteelt kunnen zodanige problemen met de klimaatbeheersing kunnen ontstaan, dat een rendabele teelt van het betrokken gewas niet mogelijk is, zonder aangepaste regels voor lichtafscherming. De Stab voegt hier aan toe dat gezien de specifieke lichtvereisten van rozen nog niet op grote schaal kan worden overgeschakeld naar 100% LED-verlichting.
Eigen grenswaarde lichthinder
De gemeente erkent na de klachten van omwonenden dat er geen grenswaarden zijn voor de aanvaardbaarheid van hinder als gevolg van hemelhelderheid. Om de aanvaardbaarheid van het aangevraagde maatwerk voor de rozentelers te kunnen beoordelen, heeft de gemeente daarom zelf een grenswaarde voor lichthinder ontwikkeld. Daarbij is gebruik gemaakt van een onderzoek van de ODMH naar lichthinder. De Stab kan zich in dit gekozen toetsingskader door de gemeente vinden. De luminantiecontrastfactor van 11, die algemeen erkend wordt als hinderlijk, wordt op geen van de gehanteerde meetpunten rond de kassen overschreden, zo bleek uit onderzoek.
Andere punten, aangevoerd door de omwonenden, zoals gevolgen voor de flora en fauna door de extra lichtemissie uit de rozenkassen, verklaart de rechter ook ongegrond. De lichtuitstraling is in het gebied al lange tijd aanwezig en daarmee een bestaande factor voor de aanwezige flora en fauna, aldus de rechter.