Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij organiseerde afgelopen zomer een bevraging rond wildschade bij boomkwekers. 33 van de 35 boomtelers die reageerden gaven aan dat zij reeds heel wat maatregelen namen om wildschade te beperken.
In totaal namen 36 telers de tijd om hun ervaringen inzake wildschade op hun bedrijf te delen. 35 (97%) onder hen gaven aan dat zij wel degelijk geconfronteerd worden met schade veroorzaakt door wild in hun boomkwekerijgewassen.
Reeën met stip op één
Met stip op één staan ree en (in mindere mate) edelhert. Deze veroorzaken heel wat schade aan de producties, enerzijds door vraatschade aan twijgen, het groeipunt en de bast en anderzijds door veeg- en schuurschade. Ze veroorzaken schade aan heel wat plantensoorten, zowel in de teelt van sierbomen, laanbomen als bosgoed, en dit zowel bij teelten in vollegrond als op containervelden. In containerteelt komt er nog extra schade bij, veroorzaakt door het omstoten en breken van de containerpotten.
Konijnen en hazen vormen de tweede belangrijkste groep van schadeverwekkers. Ook hier zijn vraat aan jonge twijgen, maar ook stammen de voornaamste schadebeelden, en dit bij een brede range van plantensoorten. Bij vollegrondsteelten zorgen ze ook voor plantuitval door het ondergraven van (verse) aanplantingen. Bij hazen is ook het doorbijten van druppelslangen een mogelijk schadebeeld, terwijl konijnen door het graven van pijpen ook voor heel wat ongemak zorgen bij het uitvoeren van werkzaamheden in de plantage, zoals bijvoorbeeld mechanisch aanbinden.
Vogels worden als derde belangrijke schadeverwekker aangehaald. Kraaiachtigen en (bos)duif zorgen vooral bij bosgoedtelers voor heel wat schade door het uitpikken van zaden en kiemende planten. Kraaien richten zich hierbij vooral op de soorten met grovere zaden, zoals noten, kastanje, eikel, … Kraaien zorgen eveneens voor schade door zaailingen uit te trekken. Ook op containervelden kunnen kraaien voor heel wat schade zorgen door het omverstoten van potplanten en het doorprikken van irrigatie- en druppelslangen.
Een teler meldt via de bevraging schade door woelmuizen aan potplanten geteeld in een serre. Vraat aan de stammen van de potplanten zorgde voor een productieverlies van verschillende tienduizenden euro's.
31 van de 36 telers (88,6%) ervaren een toename van wildschade in hun boomkwekerijgewassen. Een (sterke) stijging van de populatie bij alle soorten groot- en kleinwild zien zij hierbij als voornaamste reden. Er wordt wel aangehaald dat de populatie van konijnen 'op en af' gaat. Het aanvoelen bij de telers is dat de stijgende populaties het gevolg zijn van - in het algemeen - een lagere graad van bejaging, ook in het landbouwgebied, en van het feit dat er meer een meer (natuur)zones zijn waar 'geen maatregelen genomen worden om de populaties te beheersen'. Verschillende telers hebben een uitgesproken schrik voor een verdere groei en verspreiding van de everzwijnpopulaties.
Bron: AVBS