Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Europese Commissie deelt niet in het enthousiasme

Bedrijfsproeven versnellen toelating nieuwe rassen met een jaar

Jaarlijks ontwikkelen zaadveredelingsbedrijven veel nieuwe rassen die mogelijk een plaats op de markt veroveren. Ze komen pas in het handelsverkeer na een officieel DUS-onderzoek. Bedrijven mogen in bepaalde gevallen een deel van de proeven zelf doen. Petra Remeeus van Takii Europe heeft daar al ervaring mee. Toch hangen er donkere wolken boven dit systeem. In de halfjaarlijkse uitgave van Naktuinbouw "Buitenstebinnen" legt ze daar meer over uit.



Petra Remeeus, gepokt en gemazeld in de zaadveredelingswereld, coördineert vanuit De Kwakel alle aanmeldingen van nieuwe rassen in Europa, voor het Japanse veredelingsbedrijf Takii. Daarnaast coördineert zij voor de gewassen die in aanmerking komen voor een bedrijfsproef, de opzet en uitvoering. Dit gaat voornamelijk om (stengel)ui, kool en broccoli.

Voordat nieuwe rassen in de handel komen, moeten zij onderscheidend, uniform en stabiel zijn. Dit DUS-onderzoek voor zaad vermeerderde groentegewassen neemt twee jaar in beslag en gebeurt bij Naktuinbouw. Een deel van dit onderzoek kan ook op het veredelingsbedrijf zelf gebeuren. Dit geldt alleen voor toelating: voor het verlenen van kwekersrecht zijn wel twee officiële proeven noodzakelijk. Takii Europe doet sinds twee jaar eigen bedrijfsproeven, volgens voorgeschreven richtlijnen. "Dit heeft voor ons grote voordelen", vertelt ze. "Door beide proeven tegelijk op te zetten, bij ons en bij Naktuinbouw, kunnen we de procedure met een jaar verkorten." Ook zijn er waarnemingen mogelijk met verschillende teeltomstandigheden: "Een van de gewasspecialisten van Naktuinbouw komt ook onze proef beoordelen en krijgt dan een goede indruk van de prestaties van het nieuwe ras. Hetzelfde geldt voor de eigen veredelaar die het gewas ook op twee plaatsen kan zien."

Europese Commissie is kritisch
Ook Marco Hoffman, beleidsadviseur bij Naktuinbouw, vindt de procedure zeer werkbaar om bedrijven een deel van het rassenonderzoek te laten doen. "Wij zien het als een service naar de veredelaars, zonder verlies aan kwaliteit. Feitelijk besluiten we op basis van de gegevens in onze eigen proef. We krijgen in de bedrijfsproeven een bevestiging van wat we al weten. Onze insteek is om de bedrijven vooral ruimte te geven. Gezien de snelheid waarmee rassen op de markt komen en andere rassen vervangen, is een onderzoek van twee jaar best lang", legt hij uit. "Niet iedereen mag zelf proeven doen. Een veredelaar moet het onderzoek onder onze voorwaarden uitvoeren en daar is ook strenge controle op."

Bedrijfsproeven lijken voor alle partijen dus goed te werken. Maar het is niet zeker of dat in de toekomst zo zal blijven. Begin september ontving ons Ministerie van LVVN een brief van de Europese Commissie. Zij staat erg kritisch tegenover de werkwijze, ook voor standaardzaad – de zogenaamde b-rassen – zoals het in Nederland (en enkele andere landen) gebeurt. De commissie vindt dat het rassenonderzoek voor toelating beide jaren bij een officiële keuringsinstantie moet plaatsvinden. De insteek van de commissie is om bedrijfsproeven in de toekomst te verbieden. De achterliggende gedachte is dat een bedrijf in theorie de resultaten zou kunnen manipuleren.

Naktuinbouw en Raad voor plantenrassen zijn voor behoud van bedrijfsproeven
"We zijn een beetje verrast door deze beslissing", vertelt Hoffman. "Wij hebben juist de wens om op deze weg door te gaan. Takii Europe is niet het enige veredelingsbedrijf dat zelf bedrijfsproeven doet. Het is dus bijzonder vervelend voor deze bedrijven dat de commissie een verbod op bedrijfsproeven wil, ook voor standaardzaad."

Takii Europe vindt bedrijfsproeven een mooi concept, Remeeus: "Ook wij gaan graag op de ingeslagen weg door, want het werkt goed. Het contact met Naktuinbouw als onderzoeksstation loopt soepel. We willen de proeven zelfs nog verder uitbreiden in Europa, we hebben bijvoorbeeld ook rassen ontwikkeld voor de Spaanse markt. Door ze daar op te zetten, kunnen we beter beoordelen hoe ze in dat klimaat presteren."

Naktuinbouw en de Raad voor plantenrassen zetten zich in voor behoud van bedrijfsproeven voor toelating van groenterassen. Hoffman: "Het zal vooral zaak zijn om dit in de regelgeving van de PRM (Plant Reproductive Material) goed verwoord te krijgen. Deze regelgeving is bindend voor de komende decennia en staat momenteel nog ter discussie. Mogelijk wordt de regelgeving in de loop van 2025 definitief vastgesteld. Drie jaar later gaat deze deze dan in. Hier proberen we via ons Ministerie van LVVN de bedrijfsproeven gelegaliseerd te houden."

Registratie vaak in het land van de rasontwikkeling
Takii heeft ook gewassen in haar portfolio waarvan het DUS-onderzoek niet in Europa, maar in Japan wordt uitgevoerd. De registratieprocedure gebeurt dan ook daar. Als op deze rassen kwekersrecht wordt aangevraagd buiten Europa, dan bestaat er in veel gevallen de mogelijkheid om de rapporten van het DUS-onderzoek uit te wisselen. Daarmee kan een officiële autoriteit in een ander werelddeel kwekersrecht toekennen in dat betreffende werelddeel.

Bron: Naktuinbouw

Publicatiedatum: