Het najaar brengt opnieuw heel wat activiteit mee op veel bedrijven. AVBS brengt 10 belangrijke aspecten bij tewerkstelling (seizoenarbeid) in herinnering, zodat het rooiseizoen in goede omstandigheden kan verlopen.
1. Document 3Ter seizoenarbeid
Zorg ervoor dat de seizoenwerknemers aangemeld zijn in de gemeente waar ze verblijven. De gemeente van verblijf levert een document 3Ter seizoenarbeid af. Daarvoor moet ook de plukkaart worden voorgelegd. Het document 3Ter seizoenarbeid is geldig tot er 100 dagen zijn gepresteerd. Er moet na 90 dagen verblijf in België geen verlenging van het document 3Ter meer worden aangevraagd.
2. Betaal het correcte uurloon
Sedert 1 juli bedraagt het minimumloon voor seizoenwerknemers van +18 jaar: 13,12 euro/u voor bloemisterij en 14,79 euro/u voor boomkwekerij. Voor bloemisterij en boomkwekerij is er een tijdelijke compensatie via het Waarborg en Sociaal Fonds Tuinbouw voorzien. Tot 30 juni 2025 worden 0,47 euro/u respectievelijk 0,95 euro/u gecompenseerd. Voor bloemisterij voorziet de overheid nog een sociale compensatie van 0,37 euro/u.
Gedurende 8 weken per jaar kan een deel van het loon als voorschot in de hand worden betaald: 65 euro per week. Er dient een kwijting opgesteld te worden in het Nederlands en in een taal die de werknemer begrijpt. De seizoenwerknemer moet tekenen bij de ontvangst van het voorschot in cash. Dit in de hand uitbetaald loon wordt in mindering gebracht van het nettoloon op de loonbon. Het saldo van de loonbetaling moet giraal gebeuren.
3. Hou de juiste bedrijfsvoorheffing in
Wanneer er gewerkt wordt met een fiscale boekhouding, moet er voor de niet-rijksinwoners een bedrijfsvoorheffing van 18,725% ingehouden te worden. Voor de Belgen is dat 11,11%. Dit laatste percentage is ook van toepassing voor Oekraïense onderdanen, die vallen onder het tijdelijk beschermingsstatuut. De ingehouden bedrijfsvoorheffing wordt vermeld op de loonbon.
4. Sluit aan bij het Fonds Gezondheidszorgen
Seizoenwerknemers uit andere EU-landen zijn - na een aantal jaren tewerkstelling in ons land - niet altijd meer verzekerd voor medische kosten. Daarom is er voor de leden Boerenbond en AVBS het Fonds Gezondheidszorgen BB opgericht. Als werkgever betaal je 6 euro per seizoenwerknemer per jaar. De aangesloten bedrijven krijgen de garantie dat er altijd een terugbetaling is van alle kosten van gezondheidszorg (medicatie, doktersbezoek, ziekenhuisopname, ...) op dezelfde wijze als voor Belgen. Ben je nog niet aangesloten, neem dan contact op via: [email protected].
5. Tijdelijk beschermingsstatuut voor Oekraïners
Oekraïense onderdanen kunnen in aanmerking komen voor een tijdelijk beschermingsstatuut. Dit kan als zij nog niet in een ander EU-land gewerkt of tijdelijk hebben verbleven. De kandidaten moeten zich aanbieden bij het registratiecentrum in Brussel. Ze krijgen een bijlage 26. De gemeente waar zij verblijf houden, levert een bijlage 15 af en later een verblijfskaart A. De Oekraïners met een tijdelijke bescherming kunnen werken zoals de Belgen. Er is geen arbeidskaart B nodig.
6. Elke dag Dimona-aangifte
Doe elke dag een Dimona-aangifte voor aanvang van het werk. Voor elke tewerkstelling moet er een Dimona-aangifte worden gedaan. Wanneer er geen of een laattijdige Dimona is gebeurd, zijn er vrij zware sancties. Zo'n sanctie kan oplopen tot circa 4000 euro per seizoenwerknemer. Bovendien kan de betrokken seizoenwerknemer in hetzelfde jaar niet meer als seizoenwerknemer bij dezelfde werkgever worden tewerkgesteld.
7. Kosten voor huur, verblijf, verwarming, sanitair...
Wanneer de seizoenwerknemers gehuisvest worden in een logement van de werkgever, kan er afgesproken worden dat de kosten die verband houden met het verblijf (huur, kosten voor verwarming, sanitair, verlichting, ...) in mindering gebracht worden van het nettoloon op de loonbon. Er moet een overeenkomst ondertekend worden tussen de werkgever en de werknemer. AVBS heeft een modeldocument in verschillende talen ter beschikking op hun website. Er kan maximaal een vijfde van het brutoloon per maand worden ingehouden voor logement.
8. Jongeren kunnen ook helpen
Jongeren die nog dagonderwijs volgen kunnen werken als student én als seizoenwerknemer. Er moet altijd een arbeidsovereenkomst opgesteld worden. Als student kunnen zij 600 uren per jaar presteren. Er geldt een bijzondere Dimona-aangifte voor studenten. Er is een werkgeversbijdrage van 5,42% en een persoonlijke RSZ-bijdrage van 2,87%, maar geen bedrijfsvoorheffing. Het kindergeld voor de ouders blijft behouden als men onder de 600 uren tewerkstelling blijft. Het aantal uren kan gevolgd worden via student@work. Jongeren kunnen ook werken als seizoenwerknemer, dus 100 dagen. De twee systemen kunnen zelfs worden gecombineerd. In de seizoenregeling mogen de jongeren slechts 80 u/maand werken om de gezinsbijslag (Groeipakket) voor de ouders te kunnen behouden.
9. Vraag de arbeidskaarten tijdig aan
Als er niet voldoende arbeidskrachten kunnen worden gevonden in België of in de andere EU-landen, is er een mogelijkheid om een Arbeidskaart B aan te vragen voor een seizoenwerknemer van buiten de EU. Er moet eerst een vacature bij de VDAB worden geopend. Na drie weken kan er aanvraag voor een arbeidskaart B gebeuren. Er geldt een eenvoudige procedure voor een arbeidskaart van 90 dagen. Het is belangrijk de aanvragen in te dienen minstens één maand voor de aanvang van de tewerkstelling. Een verlenging van de arbeidskaart is niet mogelijk. Over een periode van 12 maanden, kunnen er slechts 5 maanden worden gepresteerd.
10. Relance-uren
Voor de vaste werknemers zijn er per jaar 120 Relance-uren. Als een werknemer akkoord gaat (er moet een schriftelijk akkoord zijn), kan hij/zij gebruik maken van de Relance-uren. Dit gaat over uren die buiten de normale planning worden gepresteerd. De uren zijn vrij van sociale bijdragen en niet belastbaar. Bruto is gelijk aan netto. De uren zijn fiscaal aftrekbaar voor de werkgever. De uren blijven buiten de regels inzake het respecteren van de gemiddelde arbeidsduur van 38 uur/week.
Bron: AVBS