Met de invoering van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) worden met ingang van 1 januari 2024 zowel grote als beursgenoteerde middelgrote bedrijven verplicht te rapporteren over hun prestaties op het terrein van duurzaamheid. De transparantie die de nieuwe regelgeving voorschrijft, heeft als doel duurzamere keuzes voor investeerders én consumenten te vergemakkelijken. Desondanks hebben twee op de drie Nederlandse bedrijven nog nooit van deze nieuwe richtlijn gehoord. Slechts één op de vijf bedrijven weet in grote lijnen tot goed wat de nieuwe verplichting inhoudt. Dit blijkt uit onderzoek dat I&O Research in opdracht van ABN AMRO in het kader van de ‘Sectorprognoses 2024-2025’ heeft verricht onder 587 bedrijven.
De onbekendheid van de nieuwe duurzaamheidsrapportage doet zich voor over de gehele breedte van de economie. Sectoren die relatief beter op de hoogte zijn van CSRD zijn de industrie en de financiële en zakelijke dienstverlening. Zo is de industrie is een belangrijke sector als het gaat om CO2-reductie, terwijl van financiële instellingen wordt verwacht dat zij de duurzame prestaties van hun klanten inzichtelijk maken.
Verduurzaming belangrijker
Vanwege de hoge prijzen is het sentiment in veel subsectoren momenteel relatief positief, op de middellange termijn echter voeren onzekerheid en zorgen over de landbouwtransitie de boventoon. Het langetermijnperspectief is van belang om keuzes in de bedrijfsvoering te kunnen maken. De verkiezingen zijn geweest, maar veel blijft nog onzeker. Zeker is dat verduurzaming de komende jaren een belangrijk thema zal blijven. Om het voedselsysteem te verduurzamen en daarmee de druk op klimaat en biodiversiteit te verminderen moet er namelijk veel gebeuren.
Voor telers en tuinders is het belangrijk dat de verduurzamings-maatregelen die worden getroffen ook een goed verdienmodel bewerkstelligen. Zij moeten immers de extra kosten voor verduurzaming kunnen betalen. Dit kan door bijvoorbeeld een meerprijs voor duurzame producten te krijgen of door extra inkomsten uit zogeheten groene en blauwe diensten.
De CSRD-regelgeving zal op weinig bedrijven in de land- en tuinbouw direct van toepassing zijn. De meeste agrarische bedrijven voldoen immers niet aan de criteria die de CSRD verplicht maakt. Wel is de kans groot dat agrarische bedrijven te maken krijgen met de rapportageplicht van andere bedrijven in de keten. Van telers helemaal aan het begin van de keten tot aan grote levensmiddelenfabrikanten en supermarktbedrijven aan het einde van de keten. Deze bedrijven zullen uiteindelijk ook bij telers en tuinders terecht komen voor het rapporten van hun impact op het gebied van mens en milieu. Hierbij valt te denken aan de CO₂-uitstoot per geproduceerd product, de voorzieningen en huisvesting van personeel en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Voor de agrarische keten kan de rapportageplicht kansen bieden. Aan de hand van de CSRD kan nu in de keten veel beter en zichtbaarder gestuurd worden op klimaat-, dier- en mensvriendelijkere concepten en producten. Keteninformatie en keurmerken als On the Way to Planet Proof, Beter Leven en Biologisch zullen belangrijker worden. De bedrijven die aantoonbaar duurzamer, diervriendelijker en socialer produceren kunnen zo een concurrentievoordeel ontwikkelen.
Bron: ABN AMRO