Het gebruik van veen in potgrond en substraat staat onder druk. Daarom zoeken producenten naar alternatieve ingrediënten voor potgrond en substraat. Doel is dat in 2025 professioneel substraat voor 35% uit hernieuwbare grondstoffen bestaat en in 2050 voor minimaal 90%. Producenten willen daarvoor wel weten welke eigenschappen zo’n nieuw substraat heeft. Daarom ontwikkelt Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research een model waarmee een producent online de samenstelling van een mengsel kan doorrekenen.
Met het model kan de samenstelling van een substraat worden ingevoerd: de gebruiker kan per ingrediënt de verhouding aangeven. Het model berekent vervolgens onder meer de gehaltes stikstof, fosfor, kalium, PH, EC, het drogestofgehalte en de hoeveelheid organische stoffen. Hiermee kunnen producenten dus een substraat ontwikkelen dat zo veel mogelijk veenvrij is en toch goede teelteigenschappen heeft.
WUR beschikte al over een Excel-model voor het berekenen van de eigenschappen van een substraat. Dit verouderde model wordt geüpdatet en omgezet in een nieuw vorm (Python), zodat het ook online gebruikt kan worden en eenvoudiger uitgebreid kan worden met nieuwe mogelijke ingrediënten. Die online versie zal in 2024 verschijnen. In het vernieuwde model staan inmiddels berekeningen van 18 verschillende substraatmengsels.
Komend jaar zullen enkele leden van de Club van 100 – dat het onderzoek meefinanciert – de online versie testen. Daarnaast zal WUR het model valideren: hiervoor worden de substraten daadwerkelijk onderzocht. In 2024 zullen het model en de online versie gereed zijn.
WUR beschikte al over een Excel-model voor het berekenen van de eigenschappen van een substraat. Dit verouderde model wordt geüpdatet en omgezet in een nieuw vorm (Python), zodat het ook online gebruikt kan worden en eenvoudiger uitgebreid kan worden met nieuwe mogelijke ingrediënten. Die online versie zal in 2024 verschijnen. In het vernieuwde model staan inmiddels berekeningen van 18 verschillende substraatmengsels.
Bron: WUR