Spintmijt is een quarantaineorganisme en zit die in bijvoorbeeld een batch kerststerren, dan gaan de alarmbellen rinkelen. Een eerste fytosanitaire maatregel die dan geldt is: er mag niets de tuin af. Vanzelfsprekend kan dat erg vervelend zijn, en vooral als dit precies 'in het seizoen' gebeurt.
Maar het gebeurt en meestal wordt e.e.a. netjes afgehandeld. Soms echter rijst de vraagt naar de proportionaliteit: was het wel echt nodig een uitvoerverbod te handhaven of zelfs planten te vernietigen?
In onderhavige zaak is dat aan de orde. Weliswaar werden op zeker moment sporen van spintmijt aangetroffen maar geen levende exemplaren. Het bedrijf kreeg geen expliciet exportverbod opgelegd maar wel impliciet: er ruste nu het stempel 'onder verdenking' op en die status behield het een volle twee weken - de laatste twee weken van november, oftewel het moment waarop de planten verkocht moeten worden. Een partij die toch werd uitgestuurd moest worden vernietigd. Naar schatting is € 35.000,- schade geleden.
Was men te streng? Nee, zegt de rechter: de minister van LNV, in wiens naam de maatregelen zijn genomen, heeft volgens protocol en op degelijke bevindingen gehandeld. Twee weken is de tijd waarin een spintmijt zicht ontwikkelt van eitje tot een volwassen exemplaar, sneller had niet gekund. Ook was de verantwoording voor het uitsturen van een partij planten op het moment dat er reeds een verdenking bestond van de aanwezigheid van spintmijt 'op eigen risico' en kan de verantwoordelijkheid daarvoor niet worden afgewenteld op de toezichthouder die monsters kwam nemen en de kweker mondeling had toegezegd de bedrijfsvoering gewoon door te kunnen zetten.
De bezwaren werden ongegrond verklaard, de minister hoeft geleden schade niet te vergoeden.