Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Energiemanagement in de glastuinbouw: Ingewikkeld, maar kan ook 'heel lucratief zijn'

Slechts een klein deel van de ondernemers in hightech kassen is financieel succesvol. Net als in veel andere sectoren is het heel ingewikkeld om echt onderscheidend te zijn. Het in de sector bekende McKinsey-onderzoek uit 2014 liet zien dat slechts een derde van de glasgroentebedrijven structureel winstgevend was. Los daarvan was minder dan 10% in staat om de noodzakelijke professionalisering, consolidatie en internationalisering financieel vorm te geven.

Succesvol ondernemen in de glastuinbouw is ‘topsport; een ondernemer dient niet alleen teelt, arbeid, verkoop en marketing optimaal te managen, maar ook energie.’ Dat zien we ook afgelopen periode, zo laat Ruud van der Vliet in onderstaand verhaal zien. Het verhaal verscheen eerder in vakblad Primeur.

David Attenborough’s film ‘A Life On Our Planet’ is in 2020 uitgebracht op Netflix. In deze film geeft hij complimenten aan Nederland en de Nederlandse tuinbouwsector in het bijzonder. Volgens Attenborough zijn Nederlandse ondernemers in de tuinbouw experts geworden in efficiënt en duurzaam produceren op zo min mogelijk land. Nederland laat volgens hem zien dat het mogelijk is om met technische oplossingen veel meer voedsel te produceren op een veel kleiner landoppervlakte.

Minder teeltoppervlakte betekent in potentie meer ruimte voor natuur en andere toepassingen. Ook op gebied van duurzaamheid is Nederland koploper. Niet alleen Attenborough vindt de Nederlandse tuinbouw toonaangevend in de wereld, diverse wetenschappelijke onderzoeken, waaronder een onderzoek van de WUR uit 2020 bevestigen het door hem geschetste beeld. In oktober 2022 heeft Arjan Lubach in zijn programma De Avondshow hard uitgehaald naar de sierteeltsector.

De sector zou te veel gas verbruiken, veel giftige stoffen gebruiken en arbeidsmigranten uit Oost-Europa slecht behandelen. En een bos bloemen zou eigenlijk een nutteloos product zijn. Er is in de medio ook regelmatig discussie over de positie van Nederland als exporteur van groenten en fruit. Deze vaak ongenuanceerde berichtgeving drukt de sector in het defensief. Los daarvan zijn de aangedragen feiten vaak aantoonbaar onjuist, maar feiten en ficties worden ook hier door elkaar gebruikt.

Vele onderzoeken, niet alleen van WUR, tonen aan dat het telen van bloemen, planten, groenten en fruit het meest duurzaam gebeurt in hightech kassen, zoals gebruikt in Nederland. Daarnaast zijn in Nederland arbeidsomstandigheden beter gewaarborgd, is er veel meer controle op gebruik van middelen en worden grondstoffen en water maximaal gerecirculeerd.

De hightech glastuinbouw kent wel degelijk uitdagingen; het versnellen van de energietransitie, het verminderen van de afhankelijkheid van arbeid, het meer vraaggericht produceren en een betere ketenbewaking en -sturing. De belangrijkste uitdaging op dit moment is de versnelling van de energietransitie. Vandaar dit artikel.

Energieverbruik in de glastuinbouw
De Nederlandse glastuinbouw telt ruim 3.000 bedrijven, totaal ruim 10.000 ha aan kassen en bestaat grofweg uit drie onderdelen: glasgroentebedrijven, snijbloemenbedrijven en telers van pot- en perkplanten. Volgens Glastuinbouw Nederland is de Nederlandse glastuinbouw goed voor bijna EUR 8 miljard omzet en 1% van het Nederlands Bruto Nationaal Product.

De Nederlandse glastuinbouw verbruikt bruto ongeveer 10% van het in Nederland geconsumeerde aardgas, maar is ook verantwoordelijk voor grofweg 10% van de Nederlandse elektriciteitsvoorziening. Bijna alle Nederlandse glastuinbouwbedrijven hebben een warmtekrachtkoppeling (WKK). Het brandstofrendement van een in de glastuinbouw gebruikte WKK kan oplopen tot 90%. Dat is aanzienlijk hoger dan het rendement van andere fossiele energiebronnen. De energie van een WKK is afkomstig van een gasturbine en wordt aangewend om een generator aan te drijven die op zijn beurt elektriciteit opwekt.

De warmte wordt gebruikt om de kassen te verwarmen en de elektriciteit voor installaties, belichting en teruglevering aan het stroomnet. Netto verbruikt de Nederlandse glastuinbouw volgens Glastuinbouw Nederland mede door de teruglevering aan het net ‘slechts’ 1,75% van het in Nederland geconsumeerde aardgas. De afgelopen jaren is met name vanuit de Nederlandse glastuinbouw fors ingezet op geothermie. Ruim 20 doubletten zijn geboord en bijna alle zijn operationeel.

Ongeveer 10% van het energieverbruik in Nederland wordt inmiddels gegenereerd door geothermie en restwarmte. Enkele tientallen nieuwe geothermieprojecten staan op stapel, maar de Nederlandse wetgeving, procedures en gebrek aan effectieve subsidies vertragen de implementatie. Bij dat laatste speelt ook de hoge gasprijs een rol; de noodzakelijke subsidie voor de onrendabele top bij geothermie is gekoppeld aan de gasprijs.

Hoe hoger de gasprijs, hoe lager de subsidie, terwijl boven een bepaalde gasprijs geen subsidie meer wordt uitgekeerd. In 2022 was dat grotendeels het geval. Glastuinbouw Nederland heeft namens de Nederlandse glastuinbouwsector de ambitie uitgesproken om in 2040 te telen zonder gebruik van fossiele brandstoffen. Op dit moment is dat bruto ongeveer 10% en in 20 jaar moet derhalve nog een forse transitie plaatsvinden.

In het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030 hebben overheid en bedrijfsleven dan ook afgesproken in te zetten op geothermie, restwarmte, stimulering door subsidies en wegnemen van knelpunten en in vergunningsprocedures. De daadwerkelijke implementatie laat vooralsnog op zich wachten.

Impact energiecrisis
De Volkskrant kopte in maart 2022 ‘Nederlandse glastuinbouw, internationaal succesvol dankzij innovatie en goedkope energie, verkeert in zwaar weer’. In dat artikel stond de vraag centraal of de sector nog toekomst heeft in Nederland als de energie duur blijft? De noodzakelijke transitie naar geothermie wordt als voorbeeld genoemd. Nederlandse ondernemers in de glastuinbouw betaalden langjarig rond de EUR 0,10/m3 en begin 2022 steeg de prijs naar meer dan EUR 3,00/m3.

Voor deze prijsstijging werd 20-30% van de operationele kosten van een gemiddelde ondernemer in de glastuinbouw bepaald door energie. Door de energiecrisis werd dat (veel) meer dan 50% en veel ondernemers konden die kosten niet of zeer beperkt doorberekenen. In oktober 2022 berichte de NOS dan ook dat, volgens brancheorganisatie Glastuinbouw Nederland, bijna een derde van de glastuinbouwbedrijven in Nederland de rekeningen niet meer kon betalen. Oorzaak van de problemen waren de hoge prijzen voor gas en elektriciteit.

De afgelopen twee jaar werden telers met gewassen waar veel warmte en/of licht nodig is hard getroffen, zoals telers van bijvoorbeeld (pot)orchideeën, lisianthus, (pot)roos, (pot)chrysanten en ook tomaten. Naar verluidt lag vanwege de hoge energieprijzen bijna 700 van de 750 Ha belichte (van de totaal 1.800 Ha) tomaten de afgelopen twee winters leeg.

We zagen eenzelfde beeld bij enkele andere teelten. Tussendoor werden we opgeschrikt door een aantal faillissementen, waarbij die van de grootste plantenteler Plantise het meest tot de verbeelding sprak. In dezelfde periode meldden diverse nieuwsbronnen dat verkoop van gastermijncontracten in sommige gevallen kortetermijnwinsten opleverden.

Een beperkt aantal telers legden hun kassen (gedeeltelijk) leeg om termijncontracten te gelde te maken. Experts benadrukken wel dat het om een kleine groep gaat. Als een teler lopende verplichtingen had aan personeel of afnemers werd stoppen vaak onmogelijk. Meerdere telers gebruikten de verkoop van termijncontracten ook om eerder met het bedrijf te stoppen, extra bij de bank af te lossen en/of om de financiële pijn te verzachten.

Inmiddels dalen de energieprijzen weer. De termijnprijs voor gas in 2026 tendeert alweer naar EUR 0,30/m3. Om de energiecrisis beter te begrijpen is het goed om de (Nederlandse) energiemarkt en het energiemanagement van ondernemers in de glastuinbouw beter te doorgronden.

De werking van de energiemarkt
De handel in gas en elektriciteit kunnen we grofweg splitsen in een (intra)dag- en termijnmarkthandel. Ondernemers kopen het noodzakelijke gas en verkopen een deel van de nog op te wekken elektriciteit op termijn. Dat is de basis voor de langetermijn-energievoorziening.

Zij optimaliseren op dagbasis de energiebehoefte en kunnen ook gedurende de dag kiezen om onbalans in het net op te helpen heffen. Door energiemanagement te optimaliseren en professionaliseren kunnen ondernemers risico’s verminderen en uiteindelijk een financieel resultaat boeken.

De ENDEX (European Energy Derivatives Exchange) is de termijnmarkt voor elektriciteit en gas; prijzen worden weergegeven voor de levering van elektriciteit en gas in de komende 5 jaren. De Title Transfer Facility (TTF) is een virtuele locatie voor aardgas in Nederland waar o.a. handelaren aardgas kunnen overdragen binnen het gastransportnet.

Via TTF kunnen telers aardgas kopen voor maximaal vijf jaar, tegen een vaste prijs. Met vastleggen in de toekomst vindt ook speculatie en handel in opties plaats. Gemiddeld wordt een m3 TTF-gas ongeveer 100 keer verhandeld, voordat het gas bij de eindklant terechtkomt. Op TTF wordt drie keer meer gas verhandeld dan op alle andere Europese gashandelsplaatsen bij elkaar.

En dat volume groeit. De hoeveelheid aardgas die via TTF wordt verhandeld is in omvang meer dan 100 keer de Nederlandse vraag en meer dan 10 keer de Europese vraag. De TTF-prijs blijkt historisch gezien vrij stabiel en beweegt zich onder het Europees gemiddelde. EPEX (European Power Exchange, voorheen APX) is de handelsplaats waar elektriciteit op dagbasis wordt verhandeld.

De EPEX is een spotmarkt, wat betekent dat er wordt gehandeld in uurprijzen. Distributeurs, producenten, handelaren, industriële eindgebruikers en telers kunnen dagelijks elektriciteit kopen en verkopen. De handel in elektriciteit vindt een dag voor levering plaats. De marktpartijen leggen hun orders volledig geautomatiseerd in, waarna vraag en aanbod worden geanalyseerd en marktprijzen tot stand komen voor de volgende dag, per uur gedifferentieerd.

De leverancier koopt elektriciteit in op de beurs. Dit kan met termijncontracten op de energiebeurs voor langere termijn of op de handelsbeurs per dag. De EPEX is gemiddeld gezien 10-20% goedkoper dan de lange termijnbeurs (ENDEX). Dit weten de leveranciers ook en daarom wordt meer dan 60% van de elektriciteit verhandeld op de handelsbeurs EPEX.

Ondernemers in de glastuinbouw werken met gespecialiseerde bedrijven die hen adviseren in de termijn- en daghandel van gas en elektriciteit op basis van hun teelt- en verkoopplanning. Het optimaliseren van het energiemanagement is voor ondernemers in de glastuinbouw een steeds belangrijker onderdeel geworden. Er zijn meerdere gespecialiseerde adviesbureaus en softwareoplossingen voorhanden om hen daarbij te ondersteunen.

Onbalans op het elektriciteitsnet door wind- en solarenergie
Bij windstil en bewolkt weer kan het gebeuren dat energiebedrijven elektriciteit hebben ingekocht, maar zorgt het gebrek aan zon en wind ervoor dat het aanbod van groene elektriciteit te weinig is. Bovendien zorgt het donkere weer dat veel mensen de lampen aandoen in huis of op kantoor.

Dit is een realistisch voorbeeld, maar er kunnen ook andere redenen zijn voor onbalans. Bedrijven worden vervolgens door Tennet opgeroepen om noodvermogen beschikbaar te stellen om het dreigend tekort aan elektriciteit van de energiebedrijven op te vangen. Tennet is namelijk wettelijk verantwoordelijk voor het bewaken van de netfrequentie van 50 Hertz.

Bedrijven zullen op verzoek van Tennet noodvermogen activeren om de balans te herstellen. Tennet geeft aan deze bedrijven realtime onbalansprijzen en op basis van deze informatie kunnen bedrijven besluiten hun onbalans te verhogen of verlagen als dat de totale systeembalans ten goede komt en voor het bedrijf financieel zinvol is.

De onbalansprijzen zijn het afgelopen jaar volatiel en bewogen tussen EUR -100 en 300/MWh. De WKK’s van de Nederlandse glastuinbouw zijn voor Tennet een belangrijke en betrouwbare bron voor noodvermogen. Voor glastuinbouwbedrijven kan dit een zeer aantrekkelijk inkomstenbron zijn en de netto energiekosten voor een glastuinbouwbedrijf fors doen dalen.

Versimpeld rekenvoorbeeld van een modern glasgroentebedrijf
Een modern glastuinbouwbedrijf beschikt over meerdere energiebronnen, te weten: WKK's, ketels, soms geothermie en steeds meer E-boilers. De warmtebehoefte wordt gedekt door geothermie en/of termijncontracten waarbij koop van gas en verkoop van overtollige elektriciteit voor een langere termijn vastliggen vanwege de relatief hoge hoeveelheid warmte- en stroomopwekkende WKK’s van een modern glastuinbouwbedrijf.

Met name glasgroentebedrijven zijn goed uitgerust om de netto energiekosten te optimaliseren. Dit gebeurt door middel van genoemde termijnhandel en dagelijkse optimalisatie, waarbij de WKK’s, E-boiler en groeilicht softwarematig worden bediend.

Voorbeeld
Het is een zonnige dag, de lichten zijn uit en het opgestelde vermogen van WKK’s bedraagt totaal 10 MW. De stroom is verkocht voor EUR 0,10/KWH. De door Tennet betaalde onbalansprijs voor elektriciteit daalt tot min Euro 150/MWH door overaanbod op het net. Je ontvangt dus tijdelijk geld voor het afnemen van elektriciteit.

De software van het glastuinbouwbedrijf schakelt de verlichting en E-boiler in en schakelt alle WKK's uit totdat de onbalansprijs terugkeert naar normaal. Het glastuinbouwbedrijf gebruikt 5 MW/h voor de lampen en levert niet de 10 MW/h van de WKK's, dus 15 MW in totaal die is ontleend aan de onbalansmarkt. Het bedrijf krijgt in dit voorbeeld EUR 2.250, - betaald voor het genereren van een vraag van 15 MW/h à EUR 150/MWH.

Ook kon het bedrijf de groeilichten gebruiken en extra betaald krijgen voor het helpen oplossen van de onbalans. Bijna alle Nederlandse glastuinbouwbedrijven werken op deze manier. In het afgelopen jaar hebben met name professioneel geleide glasgroentebedrijven hun netto energiekosten fors kunnen laten dalen, ondanks de hoge energieprijzen.

Samenvattend
De Nederlandse glastuinbouw is duurzaam, maar kwetsbaar door afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. De energiecrisis is voor glastuinbouwbedrijven een wake-upcall gebleken. Net als in andere sectoren zijn er minder succesvolle bedrijven in de glastuinbouw.

Een beperkt aantal heeft gascontracten verkocht en daarmee is een warme sanering mogelijk geweest of heeft hun schuldenlast teruggebracht. De meerderheid van de glastuinbouwbedrijven heeft de energiecrisis vooralsnog overleefd door slim energiemanagement. Desondanks moet de energietransitie versneld worden, idealiter met geothermie en restwarmte.

De Nederlandse glastuinbouw draagt zorg voor 10% van de elektriciteit en is onmisbaar voor het balanceren van het net. Het energiemanagement van een glastuinbouwbedrijf is ingewikkeld, maar kan in de praktijk ook heel lucratief zijn.

Dit artikel verscheen eerder in editie 4, 37e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.