Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Antwerpse bloemisten bezoeken Nederlandse siertelers

De verschillen op technologisch vlak zijn groot, al blijft plantenkennis essentieel om tot een geslaagde teelt te komen. Die conclusie trok de bloemistenkring Antwerpen na een aantal bedrijfsbezoeken in de Nederlandse sierteelt. Het was tien jaar geleden dat de bloemistenkring een eerdere verkenning in het Nederlandse Westland uitvoerde. Onderstaand een verslag van het AVBS.

Onderweg naar het Westland werd er halt gehouden bij Florensis in Dinteloord. Florensis is een veredelaar en vermeerderaar met wereldwijd meer dan 2500 medewerkers. Het heeft locaties in Nederland, Duitsland, Portugal, Kenia en Ethiopië. De meeste werknemers bevinden zich in de productielocaties in Afrika.

Op de locatie Dinteloord zijn 35 werknemers actief. Er worden jongplanten uit stek geproduceerd. Ongeveer 40% van het gamma aan jongplanten dat Florensis produceert komt uit stek, 60% uit zaad. De jongplanten worden geleverd aan meer dan 8000 kwekers in 50 landen. In totaal levert Florensis jaarlijks 1 miljard jongplanten; het is dus een sterke wereldspeler.

Arbeid is een belangrijk item in de jongplantenproductie. Ook de stijgende loonkost baart bedrijven zoals Florensis zorgen. In België bedraagt de loonindexering 11%, in Nederland is dat ‘maar’ 6%. Toch is dat maar een deel van het verhaal. “Zo stijgen de kosten voor onze uitzendarbeiders dit jaar met maar liefst 16%”, vertelde commercieel directeur Marck Strik.

Stekrobots
Zo’n zes jaar geleden maakte het bedrijf dan ook resoluut de omslag naar stekrobots (ISO group). Intussen staan er op het bedrijf maar liefst 30 robots. Al deze robots stekken 12 weken 24 uur per dag. Momenteel wordt 90 tot 95% van de stekken machinaal in plugs gestoken, goed voor jaarlijks zo’n 230-240 miljoen stekken in 4000 plantvariëteiten.

Omdat de inzet van personeel flexibeler kan worden op- en afgebouwd, wordt in de absolute piekperiodes ook handenarbeid ingezet. Zo werken er in de absolute piekperiode van 4 à 5 weken toch nog zo’n 200-250 uitzendarbeiders op het bedrijf, afkomstig uit onder meer Turkije, Bulgarije, Polen en Oekraïne. Maar door de snel stijgende lonen zal het aandeel dat door robots wordt gedaan in de toekomst nog stijgen. Die robots kunnen 24 uur op 24 of 7 dagen op 7 werken en met zo’n 2500 stekken per uur per machine zijn ze ook dubbel zo snel als mensen.

Eén operator is nu verantwoordelijk voor het bedienen van zes stekrobots. Ook aan diens ergonomie is gedacht. Om een stapel met aarde gevulde trays klaar te zetten, kan de operator gebruikmaken van een robotarm. Als een stekrobot een tray heeft volgestekt, worden de stekken wel nog handmatig op onvolkomenheden gecontroleerd en krijgen ze water en een van de zeven diverse voedingen mee.

Feilloze robot
Maar de robots vallen niet gauw op een foutje te betrappen. De stekjes liggen in de stekrobot op een band. Een camera neemt een foto en de achterliggende software identificeert de steel/voet van elke stek. Een robotarm grijpt elke stek vervolgens feilloos en steekt die in een plug. Zijn er onvoldoende stekken zichtbaar voor de camera, dan wipt de band kort de stekken op, waarna er een nieuwe foto wordt genomen. Achter de camera zit ook heel wat artificiële intelligentie, zodat de robot zichzelf leert om met de diverse stekken om te gaan.

Uitzonderingen
Toch zijn er ook uitzonderingen waarvoor een robot nog niet geschikt is. Zo hebben de stekken van campanula de neiging om in elkaar te haken en hebben begoniastekken grote bladeren die de steel vaak verbergen. Ook vermeerdering uit weefselcultuur laat zich nog moeilijk grijpen door een robot.

Die worden nog meestal door vrouwenhanden gestekt. Opmerkelijk: omdat het vaak om waardevol materiaal gaat, worden de vrouwen die deze plantjes stekken niet per stek betaald zoals de gewoonte is, maar gewoon per uur. De kwaliteit primeert.

Veenvrij op de plank
Als grote speler en toeleverancier van meer dan 8000 klanten is Florensis vertrouwd met de actuele duurzaamheidsthema’s in de sector. Zo kon het bedrijf in 2020 de inzet van chemische middelen halveren en wil het tegen 2025 ook de CO2 -uitstoot met een kwart verminderen. Ook veenvrij groeimedium is binnen bereik. “We hebben een veenvrij groeimedium samengesteld en eigenlijk maar van de plank te halen.

Het is wel duurder dan het normale substraat. Daarom is het iets wat vanuit de markt en de kwekers moet komen; we kunnen het niet zomaar eenzijdig invoeren”, aldus Marck Strik. Ook worden alle trays maximaal teruggenomen voor hergebruik, wat in 95% van de gevallen goed lukt, ook in verre landen. Met 3,5 euro voor elke tray en elk jaar 3,5 miljoen trays in omloop is er ook een financieel belang om dit goed te doen lopen.

Tweede teeltlaag
Florensis heeft een nauwe samenwerking met handelskwekerij Perry van der Haak, vooral als het gaat om bewortelde pelargoniums van de veredelaar Toscana breeding. Op het einde van de dag hield het gezelschap daarom ook halt bij P. van der Haak in ’s Gravenzande. Dit bedrijf bestaat uit 9 ha serre. De stekken worden elke dag ingevoerd vanuit Kenia.

Na 3,5 weken in de kas zijn ze beworteld en klaar voor aflevering. Zo’n viertal dagen worden ze afgehard in een koudere afdeling. Opvallend is dat die zich bovenop de afleverhal bevindt, als tweede teeltlaag. Het glas van de serre bestaat in een aantal afdelingen uit diffuus glas. “De indruk is dat dit de planten compacter houdt, waardoor er minder geremd moet worden”, aldus Wout Vollebregt van P. van der Haak. Voor sommige teelten zoals poinsettia kan dit het krijten vervangen, maar voor de meeste teelten blijft aanwitten toch nodig.

Verlichting
De verlichting van de jongplanten gebeurt in hoofdzaak met de klassieke hogedruknatriumlampen (SON-T). De warmtekracht koppeling (wkk) blijft de serres voorlopig van elektriciteit en warmte voorzien, al is er sprake om later aan te sluiten op het gezamenlijk warmtenet. Ledverlichting is voorlopig nog niet aan de orde. “Het wordt pas echt interessant als je het kleurspectrum doorheen de dag kan veranderen.

Dan kan men door voor blauw of rood licht te kiezen de groei remmen of versnellen. Nu zijn ledlampen vooral een kwestie van allemaal aan of uit en bieden ze dus minder meerwaarde.” Ook een stekrobot blijkt nog niet aan de orde, gezien de grillige vorm van de pelargoniumstekken.

Bron: AVBS

 

Publicatiedatum: