Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"In 2050 komt al onze kleding van planten, net als in 1900"

Een eeuw geleden was al ons textiel van plantaardige herkomst. Oude tijden herleven, voorspelt Michiel Scheffer, programmamanager Sustainable Textiles en in die hoedanigheid verbonden aan de WUR: “In 2050 dragen we kleding die is gemaakt van bekende en nieuwe plantaardige gewassen en maken we geen textiel meer van fossiele grondstoffen.”

Wat moet er veranderen voor een fossielvrije textielindustrie in 2050?
Michiel Scheffer: “Allereerst moeten we minder zuivere materialen gebruiken en juist veel meer textiel hergebruiken en recyclen. Ten tweede moeten we zeker in de westerse wereld minder textiel gaan kopen. We verbruiken nu gemiddeld 20 kilo textielvezel per jaar per persoon, waarvan slechts 1% wordt gerecycled. Ten derde moeten we volledig overstappen van op aardolie gebaseerde textielvezels naar vezels van plantaardige bronnen. Dat geldt ook voor hulpstoffen die worden toegevoegd om de eigenschappen van een product te veranderen. En ten vierde moet de textielindustrie in het productieproces overstappen van fossiele energiebronnen naar duurzaam opgewekte energie.”

Nu is het overgrote deel van de textielvezels nog uit aardolie gemaakt. Hoe komen we daarvan af?
We moeten het negentiende-eeuwse textielvak opnieuw uitvinden. Toen werkten we met stoffen als katoen, wol, linnen en hennep. Daarnaast hebben we nieuwe duurzame bronnen nodig, zoals Miscanthus (olifantsgras) en vezels uit suikerhoudende afvalstromen. We moeten dan wel flink gaan investeren in wetenschappelijk onderzoek en in fabrieken die uit die nieuwe plantaardige grondstoffen textiel kunnen maken. Doen we dat niet, dan lopen we binnen een aantal decennia vast en moeten we het doen met de materialen die dan beschikbaar zijn.”

Voor nieuwe textielgewassen heb je land nodig. Heeft de wereld daar wel ruimte voor?
“Er is nu veel land nodig voor vleesproductie en voor de productie van veevoergewassen, zoals soja. Als we minder vlees gaan eten, kunnen daar andere gewassen groeien die we ook voor de productie van textiel kunnen gebruiken. Ik noemde al Miscanthus, ook wel olifantsgras genoemd. Dit is een hoog groeiende plant die voor meerdere doelen kunt gebruiken. Je kunt er bijvoorbeeld papier van maken of een geluidswal langs de snelweg, maar het is ook een grondstof voor viscose, een prachtige plantaardige vezel voor textiel.”

Gaat het lukken, een fossielvrije textielindustrie in 2050?
“Het kan, maar we moeten wel opschieten. We hebben nog een kleine dertig jaar om de industrie te verduurzamen en nieuwe plantaardige alternatieven voor fossiele textielvezels te vinden. We moeten ons ook realiseren dat de textielindustrie niet op zichzelf staat. Verduurzaming van de textielindustrie mag er bijvoorbeeld niet toe gaan leiden dat er meer plastics of brandstoffen worden gemaakt uit de aardolie die voor de textielindustrie niet meer nodig is. We moeten over de hele linie af van het gebruik van fossiele grondstoffen.”

bron: Wageningen UR

Publicatiedatum: