Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Rechter oordeelt dat intrekken subsidie aan warmtenetwerk terecht is

Aan een project met warmtelevering aan een vijftal telers door een biomassacentrale in Noord-Brabant werd in 2019 ruim 5 ton subsidie toegekend. De subsidieverlening werd, na wijziging van de plannen, een jaar later ingetrokken en ook werd een toegekend voorschot teruggevorderd. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven deed deze week in eerste aanleg uitspraak in de zaak tussen de partijen achter het project en de subsidieverstrekker, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. 

De subsidie werd aangevraagd voor aanleg van een open lokaal infrastructuurnetwerk. Het ging om subsidie voor 'Versnelde klimaatinvesteringen in de industrie'. In totaal werd 3 miljoen euro subsidie aangevraagd. Die aanvraag werd deels al afgewezen, omdat de afschrijving van de investering niet als subsidiabele kosten was aangemerkt. 

Uiteindelijk werd de subsidieaanvraag helemaal geweigerd. Kort gezegd is de reden, zo valt te lezen in de uitspraak, dat uit het wijzigingsverzoek blijkt dat de oorspronkelijke aanvraag een onjuiste voorstelling van zaken gaf en dat, als in de oorspronkelijke aanvraag wel een juiste voorstelling zou zijn gegeven, verweerder de subsidie zou hebben geweigerd. Het ministerie valt over het feit dat de opbrengst van de levering van warmte aan de telers 'nihil' is. De telers legden eigen vermogen in voor de investering en dus werd gekozen om hen niet ook nog een vergoeding voor de warmte te vragen. 

De rechter oordeelt dat er sprake is van 'een niet-specifieke infrastructuur': de infrastructuur is toegesneden op de leverancier van de warmte en de betrokken tuinders. Daarmee is het plan anders dan waar het ministerie eerder uitging. Met de subsidieregeling beoogt het ministerie dat meer deelnemers aan kunnen sluiten op een netwerk tegen betaling van een marktconforme prijs voor het geleverde, in dit geval warmte. Dat bleek, zo oordeelt ook de rechter, in dit plan niet (meer) het geval. 

Lees hier de hele uitspraak.