Planten en dieren zijn in de loop van miljoenen jaren perfect op elkaar afgestemd. Zo ook bijen en bloemen. De bij weet precies bij welke bloemen hij wil landen en welke hij liever voorbij vliegt. Hoogleraar Natuurlijk Kapitaal Koos Biesmeijer legt in Trouw uit hoe dit proces in zijn werk gaat.
‘Ze kunnen slecht zien en heel goed ruiken,’ zegt Biesmeijer. Toch gebruiken ze ook hun ogen om veelbelovende kleurrijke plekken te spotten terwijl ze rondvliegen. Wanneer ze een doel hebben gevonden, zigzaggen ze naar de bloem toe. In een rechte lijn vliegen is moeilijker voor deze insecten. ‘Bijen ruiken in stereo met beide voelsprieten, de geurpluim volgend en voortdurend bijsturend,’ verklaart Biesmeijer.
Ook legt hij uit hoe bijen onderling slimme communicatiestrategieën hebben. Met de kliertjes in hun voetzolen laten ze een geurspoor achter in de bezochte bloemen. ‘De volgende bijen vermijden die geur en dat is ook voor de bloemen handig. Je wilt zoveel mogelijk stuifmeel verspreiden, dus liever geen dubbel bezoek.’
Lees hier het uitgebreide gesprek met Koos Biesmeijer in dagblad Trouw.
bron: Universiteit Leiden