De agrarische sector in de Zuid-Afrikaanse provincie West-Kaap krijgt een impuls door de bouw van een Center of Excellence op het terrein van Stellenbosch University. Een consortium van Nederlandse en Zuid-Afrikaanse bedrijven en kennisinstellingen heeft hiertoe het initiatief genomen. Landbouwraad Niek Bosmans ziet de aanpak van het consortium als een mooi voorbeeld van samenwerking tussen beide landen.
Van 25 tot 29 oktober vindt een Kennis- en Technologie innovatiemissie plaats naar Zuid-Afrika. Kerndoel van deze missie is om kansen te verkennen voor publiek-private samenwerking. “Nederlandse bedrijven hebben de kennis en technologie in huis om de agrarische sector in Zuid-Afrika op een hoger plan te tillen, zeker op het gebied van verduurzaming van de productie”, zegt Bosmans. “Het consortium dat nu aan de slag is in provincie West-Kaap brengt dat komende jaren ongetwijfeld in praktijk. Ik hoop dat de missie leidt tot vergelijkbare bilaterale samenwerkingsverbanden.”
Dit type kas wordt bij Stellenbosch University gebouwd.
Ondersteuning door RVO
Mede door initiatieven van het landbouwteam op de Nederlandse ambassade in Pretoria zijn afgelopen jaar contacten gelegd tussen instellingen en bedrijven uit Nederland en Zuid-Afrika die gezamenlijk actie willen ondernemen om de land- en tuinbouw in de West-Kaap een impuls te geven. Het consortium krijgt als zogeheten Impactcluster subsidie van RVO.
Kas bij Universiteit van Stellenbosch
Vanuit Nederland nemen deel Rijk Zwaan (zaden), Koppert (biologische gewasbescherming), Control Union (certificering), Ridder Groep (geautomatiseerde kassystemen), Ludvig Svensson (klimaatschermen) en Delphy (teeltbegeleiding). Alle betrokken Nederlandse bedrijven zijn al actief in Zuid-Afrika. Belangrijke deelnemers van Zuid-Afrikaanse zijde zijn Woolworths (retail), Greener Solutions (kassenbouw) en Stellenbosch University. Op een terrein van deze universiteit wordt komende maanden een kas gebouwd die gaat functioneren als onderzoekscentrum en als trainingscentrum voor boeren in de regio. De bedoeling is dat het centrum op korte termijn financieel zelfstandig is.
Trainingscentrum
Dit zogeheten Hortipreneurial Centre of Excellence wordt eind 2021 opgeleverd, is de verwachting van Martine de Jong, teamleider Afrika bij Delphy en programmacoördinator van het consortium. De basis van het trainingscentrum is een moderne kas van 2.500 m2 met Nederlandse technologie, uitgangsmaterialen en inputs voor de teelt. Deze kas is aangepast aan de lokale omstandigheden.
In de tweede fase wordt de kas uitgebreid tot 5.000 m2. Tomaat, paprika en komkommer zijn de belangrijkste teeltgewassen. In twee aanpalende units wordt straks onderzoek gedaan door de medewerkers van de universiteit.
Teelt verduurzamen
Vanuit het centrum krijgen boeren straks begeleiding om hun productie niet alleen te verhogen, maar ook te verduurzamen, zegt De Jong. “Bij de teelt in de kas staat zorgvuldig gebruik van water, meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en energie centraal. Dat geldt ook voor de trainingen. De Nederlandse partijen in het consortium hebben hiervoor de kennis en de technologie in huis. Via dit centrum krijgen de deelnemers hier toegang toe.”
Op deze plek komt het Center of Excellence.
Kennis delen
Het centrum richt zich op drie doelgroepen, namelijk jongeren met belangstelling voor landbouw, agrarisch ondernemers met een commercieel bedrijf en kleine boeren die hun bedrijf willen ontwikkelen. Voor deze doelgroepen wordt een programma op maat gemaakt. De Jong: “De behoefte aan kennis is enorm. Via de opzet van studiegroepen willen we de kennis die in de nieuwe kas wordt opgedaan verder verspreiden. Onderlinge uitwisseling van praktijkervaringen leidt in zulke studiegroepen vaak ook tot kennisontwikkeling. De positie van de Nederlandse tuinbouw in de wereld is mede te danken aan zulke studiegroepen van tuinders. Dat gaat ongetwijfeld ook zo werken in de West-Kaap.”
Exportpotentie
De betrokken Nederlandse bedrijven zien exportpotentie in Zuid-Afrika, zegt De Jong. “Dat geldt zeker voor Delphy. We hebben niet voor niks twee eigen medewerkers in het land gestationeerd. Met het trainingscentrum bij de universiteit van Stellenbosch komen de betrokken Nederlandse bedrijven nog beter op de kaart te staan.”
Bron: Agroberichten Buitenland