Potwormbeheersing in orchideeën beter mogelijk door juiste substraatkeuze

In innovatiecentrum ‘de Kas’ van de Van der Knaap Groep is een orchideeënproef met drie verschillende substraten afgerond. Tijdens deze proef werden de substraten vergeleken voor de teelt van Phalaenopsis in 12 cm potten. Fibre-Neth heeft zich daarin als alternatief substraat bewezen: het neemt snel water en voeding op en droogt egaal af. Bovendien krijgt de larve van de potwormmug geen kans zich te ontwikkelen vanwege de structuur van het substraat.

Links: wortelontwikkeling op Fibre-Neth. Rechts: in de proef wordt potworm geïntroduceerd.

In de proefopzet is men uitgegaan van drie substraten. Het Fibre-Neth- substraat op basis van speciaal geselecteerd kokossubstraat, een los mengsel van kokos en bark en als referentie het traditionele Phalaenopsissubstraat op basis van bark en sphagnum. In totaal werden meer dan 1.600 planten opgekweekt van twee verschillende cultivars: ‘Red Eye’ en ‘Sweet Talk’ van Floricultura.

Resultaten substraatproef
Na een relatief korte opkweekperiode van 23 weken zijn de planten geëvalueerd om de verschillen in groei, ontwikkeling en doorworteling tussen de verschillende substraten aan te tonen. Bij zowel het losse kokossubstraat als bij het FibreNeth-substraat werd een versnelde groei waargenomen. Dit toont aan dat het mogelijk is om in minder opkweekweken een vergelijkbaar resultaat te behalen ten opzichte van de huidige barksubstraten. De teler kan de keuze maken om in hetzelfde aantal weken een zwaardere kwaliteit te produceren.

Het Fibre-Neth-substraat scoorde over het geheel genomen het beste, zo weet Van der Knaap. Bij de laatste tellingen was vooral het aantal planten dat drie takken ontwikkelde hoog (14,4%) ten opzichte van de andere twee substraten (6,2% in het los substraat en slechts 1,4% in het referentiesubstraat).

Een uitgebreide bespreking van de onderzoeksresulaten leest u hier.