Het Nieuwe Telen bestaat dit jaar twaalf jaar. Steeds meer telers kennen hen. Om dat zo te houden en nog meer telers ermee bekend te maken, zet Hogeschool Inholland erop in om hun studenten met het HNT-virus aan te steken.
Hogeschool Inholland is één van de partners in het project ‘Het Nieuwe Telen: gas erop’. Doel is om Het Nieuwe Telen (HNT), via het onderwijs, meer voet aan de grond te laten krijgen. Concreet betekent dit dat leerlingen van de tuinbouwopleiding van Inholland Delft theoretische kennis krijgen voorgeschoteld over deze teelbenadering. Ook adviseren ze praktijkbedrijven over hoe zij HNT (verder) kunnen implementeren in hun bedrijfsvoering.
Hoewel HNT al twaalf jaar bestaat, heeft deze teeltmethode nog niet de vlucht genomen die aanvankelijk werd verwacht. Terwijl hiermee wel veel winst te behalen is: door uit te gaan van de behoeften van de plant en te zorgen voor een goede plantbalans kan energiezuiniger worden geteeld en wordt de productie geoptimaliseerd.
“Hoewel diverse bedrijven al actief bezig zijn met HNT, is het probleem dat de tuinbouw een hele diverse sector is”, zegt Roël Chin, Docent Tuinbouwtechniek bij Inholland. “En HNT is niet voor alle bedrijven even interessant; de winst is vooral te behalen in de energie-intensieve teelten. Deze variatie bemoeilijkt de implementatie. Daar komt bij dat HNT de teelt compleet anders benadert dan voorheen. Dit vergt een andere mentaliteit en gedachtegang. En die switch is vooral voor de oudere generatie niet altijd eenvoudig te maken. Daarnaast mogen we niet vergeten dat het HNT aanvankelijk vooral draaide om de zoektocht naar technische oplossingen voor energiebesparing, de HNT-teeltstrategie is eigenlijk pas een paar jaar oud is.”
Het inzicht dat een plant in balans betere resultaten levert is op zich niet nieuw. Telers werken nu ook al met plantbalansen, maar met name om het resultaat achteraf te kunnen corrigeren. HNT gebruikt plantbalansen om op een strategische manier de teelt vooraf te kunnen sturen.
Verbeterplannen
Inholland vindt het belangrijk dat HNT verder voet aan de grond krijgt. “Dit is namelijk het onderwerp waar het momenteel om draait in de tuinbouwwereld, veel onderzoek is hierop gericht”, zegt Chin. “Daarbij is HNT een combinatie van teelttechniek en plantfysiologie. En deze zaken zijn mijns inziens cruciaal om de plant en daarmee de productie en de kwaliteit optimaal te sturen. Een plant in balans is weerbaarder en kan nog beter produceren. Daarom was het voor ons niet meer dan logisch om aan te haken bij het project ‘Het Nieuwe Telen; gas erop’. Het is vooral belangrijk dat als je een verandering wilt bewerkstellingen, je moet beginnen met het planten van zaadjes bij de jonge generatie.”
In dit landelijke project werken diverse ‘groene’ mbo’s en hbo’s samen. Ook zijn onder meer overheden, onderzoeksinstellingen en tuinbouwbedrijven betrokken. De leerlingen van de tuinbouwopleiding van Inholland krijgen, in de lessen ‘Klimaat en Sturing’, theoretische achtergrondinfo over HNT. Roël Chin en Frank van der Helm zijn de docenten. “De vergaarde info vertalen de studenten naar de praktijk: in groepjes voeren ze een scan uit op een praktijkbedrijf, om inzicht te krijgen in de manier van telen. Vervolgens doen ze twee verbetervoorstellen, geënt op HNT; hoe kan de ondernemer hier (verder) mee aan de slag? De resultaten onderbouwen ze via het simulatieprogramma Kassim. Op deze manier ziet de teler wat er concreet mogelijk is.”
Chin verwacht dat ook het bijbrengen van HNT-kennis aan jongeren op termijn een verschil maakt. “Wij steken ze nu als het ware aan met HNT-virus, zodat ze deze kennis kunnen implementeren als ze straks aan de slag gaan in de sector. Ook op deze manier willen we ervoor zorgen dat HNT meer gemeengoed wordt.”