Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw moeten er 300.000 woningen op landbouwgrond worden gebouwd om de woningschaarste op te lossen. Er zijn daar minder obstakels dan bij binnenstedelijk bouwen.
LTO Nederland beaamt de noodzaak voor nieuwe woningen en snellere procedures, maar waarschuwt dat boeren juist meer grond nodig hebben om aan maatschappelijke wensen te voldoen. Sjaak van der Tak, voorzitter van LTO, gaf er maandag 7 juni in Nieuwsuur gaf samen met andere betrokkenen een toelichting op (vanaf minuut 27).
“Het kan niet zo zijn dat trage vergunningsprocedures bij woningbouw op de agrarische sector worden afgeschoven. Boeren en tuinders zijn uitstekend toegerust om naast voedsel en groen ook natuur, biodiversiteit, klimaat en andere wensen van de samenleving te produceren. Daar genieten mensen uit de stad ook van, het is uniek dat je binnen enkele minuten vanuit een wereldstad in het groen staat. Maar om dat vol te houden is meer ruimte voor boeren nodig, in plaats van minder,” zegt Sjaak.
Zuinig omgaan met landbouwgrond
Natuurlijk moeten er ook woningen worden gebouwd. Maar overal maar boerengrond intekenen is niet de oplossing. LTO Nederland pleit in haar Grondvisie voor onderzoek naar nieuwe landwinning. We hebben eeuwen ervaring met inpolderen, de mogelijkheden en kennis zijn er.
“Als een boer wél grond verkoopt dan is dat natuurlijk zijn of haar goed recht. Maar in het belang van de agrarische sector, en daarmee van Nederland, moeten we zuiniger omgaan met onze landbouwgrond. Daarom zeggen wij: versnel het inbreiden, met meer woningen in de stad. Dat is ook de plek waar vraag en aanbod het meeste uit het lood zijn, getuige de huizenmarkt die in de grote steden door het dak gaat,” constateert Sjaak.
Bron: LTO Nederland