Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Strenge eisen afdeling inkoop nekken boer en tuinder in korte keten

De afstand van boer tot bord kan korter én detailhandel en horeca, die willen wel. Het zijn echter nu nog supermarkten die de belangrijkste afzetpartij zijn.

Dit blijkt uit het onderzoek 'Korteketen Producten in Nederland', uitgevoerd door Wageningen University en Research in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Provincie Gelderland.

Belangrijk struikelblok: de eisen die boeren en tuinders opgelegd krijgen bij levering en logistiek. Die zijn strikt en maken dat er daarom vaak toch een extra schakel in de keten ontstaat, om de boer en tuinder te helpen.

Op dit moment bestaat ongeveer 3 à 4 % van de omzet van retail en horeca uit de zogenaamde korte ketenverkoop. Dat lijkt weinig, maar het gaat toch om een totaal 2,2 miljard.

Hoge eisen
De onderzoekers constateren dat detailhandel zoals supermarkten en horeca van boeren en tuinders vragen om een professionele bedrijfsvoering. Dat betekent hoge eisen aan bestellen, factureren, kwaliteitsmanagement en marketing, terwijl dat helemaal niet de core business van agrarisch ondernemers is. Onderzoeker Gemma Tacken van Wageningen Economic Research: "Als je ‘ korte ketens’ onder de afdeling inkoop plaatst, gaat het om efficiëntie en geld en daar valt dat bestelsysteem onder dat boeren met korte ketens niet zo maar hebben.” 

Extra schakel
Op dat moment ontstaat vaak toch een extra schakel in de keten, om de boer of tuinder te helpen met 'het goed op commando leveren.' Alleen dan is er volgens de EU-definitie geen sprake meer van een 'korte keten'. Wanneer 'korte keten' bij bedrijven een strategisch speerpunt is, dan ontstaat er meer ruimte, zo zien de onderzoekers.


Korte keteninitiatief De Proefschuur was goed op weg, maar haalde het niet. In het voorjaar van 2020 trok met de stekker eruit. In een terugblik door de ondernemers werd o.a. de grote efficiëntie in de huidige supermarktketen genoemd, waar voor De Proefschuur niet tegenop te vechten was.

Professionaliseren
In grote lijnen zijn er drie belangrijke stappen te zetten voor aanbieders zoals boeren om aan de eisen van detailhandel en horeca te voldoen en zo korte ketens mogelijk te maken. Ze kunnen zich verder professionaliseren op het gebied van kwaliteit, voedsel-veiligheid, marketing, story-telling, logistiek, bestelsystemen en dergelijke.

Verder moeten ze consumenten aansporen in Nederland beschikbare seizoensgebonden producten te eten, volgens de onderzoekers. "Vooral in de winter wordt veel ingevoerd, waardoor consumenten denken dat de meeste producten die in Nederland verbouwd kunnen worden het hele jaar door beschikbaar zijn. Geen boontjes meer uit Kenia dus."

Niet onder afdeling inkoop
Aan de andere kant moet de detailhandel en horeca die van de boer willen kopen goed nadenken waar ze dit duurzaamheidsbeleid in de organisatie onder gaan brengen. Ze zouden dit beleid niet meer onder de afdeling inkoop moeten laten vallen. Dit om korte ketenbeleid serieuzer te nemen. "Een goede match tussen de producenten en afnemers vraagt bewustwording van verkoopkanalen over hoe zij korte ketens kunnen integreren in hun bestaande systemen en manier van werken", concluderen de onderzoekers.

Bekijk hier het hele onderzoek.