Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Bacteriën en schimmels kansloos in mestbak? Een misverstand

Tholen - Zonder water geen teelt. En zonder goed, schoon water geen goede teelt. Reden voor steeds meer telers om met waterontsmetters te werken in de kas. Toch blijft het belangrijk om alsnog de waterkwaliteit te monitoren.

Dat laatste doet Eurofins Agro met haar laboratorium voor telers. Jan Hardeman vertelde er gisteren in een webinar over en liet zien dat zelfs na inzet van een ontsmetter water nog schadelijke micro-organismen kan bevatten. Nu telers door regelgeving steeds meer water recirculeren een risico.

Jan Hardeman gaf als Senior Account Manager Glastuinbouw uitleg in het webinar voorgezeten door Annelies Mosch, eveneens Senior Account Manager Glastuinbouw. Theo Aanhane, Business Unit Manager Glastuinbouw, ging aan het begin van het webinar kort in op 2020, een jaar vol virusuitdaging voor Eurofins (waaronder ook een ransome ware aanval).

Water schoner, maar nog niet genoeg
Ten opzichte van vijf jaar geleden ziet Eurofins Agro dat watermonsters uit de tuinbouw wel steeds schoner zijn. In een stijgend aantal monsters is het aantal kolonies steeds lager. Sowieso ziet men een flinke afname van het aantal sterk verontreinigde monsters. Jan trekt daaruit de conclusie dat ontsmetters steeds beter hun werk doen. "Dat mocht overigens ook verwacht worden na de start van de zuiveringsplicht in 2018."

Desondanks komt 1 op de 5 monsters nog boven de door Eurofins Agro gestelde grenswaarde uit van <500 kve/ml (kolonie vormende eenheden). Die kolonies kunnen schadelijk zijn. Mogelijke oorzaken zijn dan niet optimale afdoding in bijvoorbeeld een UV-ontsmetter vanwege te late transmissiewaarden, onvoldoende onderhoud aan de ontsmetter (bijv. oude UV-lampen), verkeerde instellingen of desinfectiemiddeldoseringen of verkeerde bemonstering. Reden voor Jan om in het webinar ook tips te delen over hoe telers het beste zelf een watermonster afnemen. Eurofins zelf ook heeft getrainde monsternemers in dienst die veel ervaring hebben met het bemonsteren van ontsmetters. 

Ook risico in de mestbak
De monsters die Eurofins van telers binnenkrijgt kunnen én worden op verschillende manieren gecheckt. In het laboratorium worden uitplaatmethodes, DNA-technieken en gaschromatografie gebruikt. Zeker de DNA-technieken hebben daarbij het voordeel van snelheid: na twee à drie dagen is er uitsluitsel. Nadeel: na ontsmetters zijn DNA-analyses minder informatief, omdat organismen waarop de test aanslaat levend óf dood kunnen zijn. Een diepere check door 'PlantDoctors' van Eurofins kan hier wel uitsluitsel over geven.

Jan deelde in het webinar verschillende voorbeelden van rapporten die telers na onderzoek onder ogen krijgen. Zo liet hij zien dat na het uitplaten er inzicht is in kolonie vormende eenheden. Ook mogelijk in de mestbak, zo ontkrachtte Jan volgens hem nogal eens aanwezig misverstand in de sector. "Ook in de mestbak kunnen bacteriën en schimmels standhouden." Hij liet een voorbeeld zien waarin Phytopthora spp. en Pythium spp. in een monster uit een mestbak werd gevonden.

Lage concentraties
Onder de kijkers gistermiddag werden virussen als grootste toekomstige bedreiging voor de sector gezien. Anders dan bacteriën en schimmels kunnen zij zich niet buiten een gastheercel om vermeerderen. Reden voor onderzoekers om daarom virussen 'uit te smeren' op toetsplanten, waaronder tabaksplant. 

Virussen zitten vaak in lage concentraties in water, weet Jan, en daarom zijn ze lastig te meten. Ook kunnen virussen inactiveren in water door temperatuur, adsorptie aan deeltjes, microbiële activiteit of door hoge zuurstofgehaltes. Inactiviteit betekent dan niet dat het virus ook dood is. Bovendien overleven virussen beter in steriel water.

Deze virussen zijn goed in water meetbaar
De virussen in water die goed te meten zijn, zijn het Tabaksmozaïekvirus (TMV), het Tomatenmozaïekvirus (ToMV) en het Komkommerbontvirus (CGMMV). Hiervoor zet Eurofins een biotoets en daarna een ELISA-toets in. Ook het Tomato brown rugose fruit virus (ToBRFV) is te meten. Hiervoor wordt een directe PCR-test in water gebruikt. Met een kanttekening van Jan erbij: "Bij een negatieve uitslag is de concentratie virus in het water mogelijk te laag. Alleen als de uitslag positief is, zit het virus er zeker in. Maar ook dan is de vitaliteit van het virus nog wel de vraag."

Bekijk het webinar hier terug.

Voor meer informatie:
Eurofins Agro
www.eurofins-agro.com/nl-nl/glastuinbouw  
horti@eurofins.com