Nederland en Korea zijn een nieuw douane-inspectieprotocol overeengekomen voor leliebollen. De onderhandelingen duurden meer dan twee jaar. De strikte regelgeving in Korea vereist laboratoriumtesten voor leliebollen tijdens de importinspectie daar. Met het nieuwe bilaterale protocol zijn de geïmporteerde bollen uitgezonderd van deze testen, waardoor de handel tussen deze twee landen makkelijker wordt. In de komende maanden zullen onderhandelingen doorgaan over het uitbreiden van dit protocol voor andere bloembollen.
De Koreaanse bloembollenmarkt is niet heel groot, maar wordt onder Nederlandse bloembolexporteurs gezien als stabiel en gestaag groeiend. In 2019 exporteerde Nederland bloembollen naar Korea met een totale waarde van 6,8 miljoen euro (2054 ton). Het grootste gewas waren tulpenbollen, gevolgd door lelies, narcissen, hyacinten en gladiolen. De totale import van bloembollen in Korea bestond voor 95% uit Nederlandse producten. Het importvolume groeit gestaag sinds 2016.
Om de handel van bloembollen en de importinspecties te vereenvoudigen hebben Nederland en Korea al lang geleden een bilaterale overeenkomst getekend. Het oude douane-inspectieprotocol was oorspronkelijk opgesteld voor vrijstelling van de belangrijkste bloembolgewassen (tulpen, lelies, irissen, gladiolen en fresia's) van quarantaine na de invoer. Beide landen waren het erover eens om geen laboratoriumtesten te doen tijdens de importinspecties in Korea. Koreaanse inspecteurs zijn twee keer per jaar in Nederland geweest om het Nederlandse inspectiesysteem te controleren: 1 inspectie in de lente en 1 in de zomer. Andere bloembollen die buiten het protocol vielen, zoals hyacinten en narcissen moesten bij aankomst in Korea getest worden tijdens een quarantaineperiode. Deze was bedoeld om te controleren op ziektes door de bollen te planten en 1 groeicyclus door te laten maken. Het is lastig om virussen te ontdekken in de bolfase. Als er een ziekte wordt gevonden tijdens deze testen, worden alle geteelde bloemen en bollen uit dezelfde verzending vernietigd.
In 2016 en 2017 werden veel verzendingen van Nederlandse narcisbollen tegengehouden na aankomst in Korea, doordat het yellow stripe virus werd aangetroffen. De Koreaanse narcistelers klaagden veel over het vernietigen van de bloemen en de bollen. De quarantaineperiode is al lange tijd een geschilpunt tussen de APQA (de fytosanitaire autoriteit in Zuid-Korea) en Koreaanse bloementelers. Omdat de APQA ervan overtuigd is dat hun vaardigheden om virussen te ontdekken zonder quarantaineperiode voldoende ontwikkeld is en om kritiek van telers te voorkomen, hebben ze besloten de quarantaineperiode af te schaffen voor bloembollen. Dit betekende echter ook dat het oude inspectieprotocol tussen Nederland en Korea, dat afhankelijk was van die quarantaineperiode, niet langer geldig was.
Daarom begonnen beide landen in 2017 onderhandelingen voor een nieuw protocol. Deze onderhandelingen liepen vertraging op omdat Korea laboratoriumtesten wilde uitvoeren tijdens exportinspecties in Nederland. Het Nederlandse inspectiesysteem is gebaseerd op visuele inspecties ter plaatse. Nederland was het niet eens met de door Korea voorgestelde laboratoriumtesten vanwege de hoge kosten. Verder is er geen enkel ander land dat deze uitgebreide testen wil. Op een gegeven moment heeft een delegatie van de APQA Nederland bezocht om het gat te dichten, maar er kwam geen overeenkomst. Sinds het vervallen van het oude protocol zijn de bloembollen in Korea geïmporteerd in overeenstemming met de conventionele fytosanitaire regelgeving aldaar. Een aantal verzendingen werden tegengehouden, omdat er in Korea zelf ziektes werden gevonden.
In 2019 en 2020 werden veel leliebollen tegengehouden doordat Rhodococcus fascians en Arabis Mosaic Virus werden aangetroffen. Veel lokale telers, verenigingen en zelfs politici spraken zich uit over de strikte regelgeving van Korea. APQA heeft de geïmporteerde gevallen grondig bestudeerd in andere landen, zoals de VS, Canada en Japan. Al die landen hadden inspectieovereenkomsten met Nederland op basis van inspecties ter plaatse. Uiteindelijk zijn Korea en Nederland overeengekomen om eerst te onderhandelen over de leliebollen, omdat een overeenkomst over alle bollen op dat moment niet haalbaar was. Na lange discussies heeft Korea uiteindelijk het Nederlandse inspectiesysteem geaccepteerd. Dit betekent dat er geen laboratoriumtesten meer worden uitgevoerd voor de Koreaanse quarantaineziektes. Nederland heeft in ruil daarvoor Rhodococos fascians toegevoegd als niet toelaatbaar in het Nederlandse systeem. De risico's op andere onbekende quarantaineziektes werden ook geëlimineerd door vooraf bilaterale discussies op te nemen in het protocol.
Beide landen zijn eind september akkoord gegaan met het nieuwe protocol en ondanks Covid-19 hebben twee APQA-inspecteurs Nederland een bezoek gebracht om het Nederlandse inspectiesysteem te onderzoeken van 5-9 oktober. Leliebollen zijn uitgezonderd van laboratoriumtesten voor de oogsten vanaf 2020. Eerdere oogsten en leliebollen uit Frankrijk vallen niet onder dit protocol.
Nederland en Korea zijn overeengekomen het protocol uit te breiden naar andere gewassen in de komende maanden, zoals is uiteengezet in het nieuwe protocol. Nederland heeft de ambitie om het protocol niet alleen uit te breiden naar de vier andere gewassen uit het oude protocol (tulpen, irissen, gladiolen en fresia's), maar daar ook andere gewassen zoals narcissen en hyacinten aan toe te voegen.