De glastuinbouwsector heeft in 2017 het plafond van het CO2-sectorsysteem overschreden. Het gaat om een overschrijding van 0,9 ton op een totaal van 6,0 ton, zo werd door minister Schouten op 5 februari met de Tweede Kamer gedeeld. Door de coronacrisis is de verrekening uitgesteld tot 26 oktober 2020.
In het CO2-convenant uit 2012 is afgesproken dat voor de sector een verlaagde energiebelasting geldt. Daar tegenover staat dat er CO2-emissiedoelen zijn gesteld die elk jaar behaald dienen te worden. Bij overschrijding van het doel vindt een verrekening met de glastuinbouwbedrijven plaats.
In de Kamerbrief stond ook dat de sector op koers ligt als het om de ontwikkeling van duurzame energie en energiebesparing gaat. De overschrijding is met name het gevolg van meer WKK-netlevering en een groter areaal dan verwacht, legt Alexander Formsma namens Glastuinbouw Nederland uit. In het CO2-convenant is afgesproken dat het afgesproken sectorplafond 2020 dan opnieuw kan worden bekeken. Op dit moment wordt daarom onderzocht of het sectorplafond moet worden aangepast.
Verrekening
Uit de Kamerbrief blijkt dat de overschrijding van 2017 met de bedrijven wordt verrekend. Dit is wettelijk bepaald. De totale kosten komen neer op 6,5 miljoen euro. Het totaal geregistreerde gasverbruik in 2017 was circa 3,3 miljard m3, daarmee komt de verrekening uit op 0,2 cent per m3. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft toegezegd dit gehele bedrag in te zetten voor de realisatie van de klimaatdoelen binnen de glastuinbouw, onder andere via het programma Kas als Energiebron. Na maandag 26 oktober ontvangen glastuinbouwondernemers van RVO een brief over de CO2-verrekening 2017 met daarin het te betalen bedrag.
Kijk voor meer informatie over het CO2-sectorsysteem bij RVO, Glastuinbouw Nederland of op Kas als Energiebron waar Formsma bovenstaande uitleg geeft.