Twee jaar geleden werd in Nederland voor het eerst een exemplaar van de bruingemarmerde schildwants waargenomen. Deze wants komt oorspronkelijk uit Azië en kan grote schade aan groenten- en fruitgewassen veroorzaken, waaronder tomaat, paprika, aubergine, braam en framboos, al richt de WUR zich nu vooral op fruitteelten.
Om een goed beeld te krijgen van de aanwezigheid en de verspreiding van de soort roepen onderzoekers van Wageningen University & Research nu de hulp in van het publiek. De verwachting is namelijk dat met het stijgen van de vondsten in Nederland de wants snel in heel Nederland te vinden zal zijn.
Meeliftend met het internationale goederentransport heeft de bruingemarmerde schildwants (Halyomorpha halys) zich in de afgelopen decennia over grote delen van Noord-Amerika en Europa verspreid. In augustus 2018 werd de soort voor het eerst in Limburg aangetroffen. Later dat jaar werd ze in de Betuwe gevonden en voorjaar 2019 in onder meer Utrecht en Amsterdam.
De wants is een planteneter en zuigt sap uit bladeren en vruchten. De schildwants heeft meer dan tweehonderd gerapporteerde waardplanten. In Noord-Italië veroorzaakte de wants vorig jaar voor honderden miljoenen euro’s schade aan peren, appels, kiwi’s en perziken. Het is nog moeilijk om precies te schatten welke schade het insect in Nederland zal veroorzaken.
Overwintering in huizen
Om problemen in de Nederlandse fruitteelt voor te zijn, wordt bij Wageningen University & Research onderzoek gedaan naar de levenscyclus onder Nederlandse omstandigheden en de mogelijkheden voor monitoring en preventie. Daarbij is het van belang een goed beeld te krijgen van de actuele verspreiding. Het najaar leent zich hiervoor bijzonder goed, omdat de volwassen wantsen nu op zoek zijn naar een beschutte plek voor de winter. Tijdens deze zoektocht zijn zij vaak op muren of gevels te zien. Ook kunnen ze in huis worden aangetroffen.
Op basis van een aantal kenmerken is de bruingemarmerde schildwants goed te onderscheiden van de inheemse grauwe schildwants (Bron: T. Haye en J.C. Streito). Meer over de kenmerken hier.
Omdat de bruingemarmerde schildwants nu nog in lage aantallen in Nederland voorkomt, zijn er veel oplettende mensen nodig om de verspreiding goed in kaart te brengen. Een bijzondere uitdaging, want ook de inheemse grauwe schildwants, die op het eerste gezicht erg op de bruingemarmerde schildwants lijkt, overwintert graag in huizen. De twee wantsensoorten zijn op basis van een aantal duidelijk zichtbare kenmerken wel goed te onderscheiden.
Bruingemarmerde schildwants gevonden?
Wie een bruingemarmerde schildwants vindt, helpt het onderzoek door een foto van de bovenkant, onderkant en antennes te maken. Deze foto kan met vermelding van vindplaats en datum op worden gestuurd aan [email protected]. Daarnaast kunnen vinders ook een melding op www.waarneming.nl plaatsen.
Schildwantsen worden ook wel stinkwantsen genoemd en dat is niet voor niets: uit klieren kunnen zij bij bedreiging een vies stinkende vloeistof afgeven. Deze is voor mensen onschadelijk, maar om de penetrante geur niet aan de handen te krijgen, is het aan te bevelen om de wants niet direct aan te raken, maar hem met een potje of buisje te vangen, besluit Wageningen University & Research de oproep.