Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
In de loop van de zomer beschikbaar voor kasgrond

Nieuwe methode voor analyse bodemleven ontwikkeld

'Hoe staat het met het bodemleven op mijn bedrijf?' Die vraag houdt steeds meer telers bezig. Eurofins Agro heeft een nieuwe methode BodemlevenMonitor ontwikkeld om het bodemleven in grond, verschillende substraten, water en compost in kaart te brengen. De methode is geïntroduceerd voor de vollegrondsteelten en komt in de loop van de zomer beschikbaar voor kasgrond en later dit jaar voor water.

De nieuwe methode van Eurofins Agro om het bodemleven in kaart te brengen, berust op het analyseren van vetzuren in de celmembranen van levende micro-organismen met gaschromatografie. Het gaat hierbij om de zogenaamde fosfolipidenvetzuren, in het Engels Phospholipid fatty acids (PLFA). De PLFA-samenstelling van celwanden is uniek voor de verschillende groepen.

Inzicht in welke PLFA’s worden gevonden in een monster van het wortelmedium, geeft daarmee informatie over de totale hoeveelheid levende biomassa in de bodem en over welke groepen micro-organismen aanwezig zijn.

Op termijn zal ook de diversiteit van de gemeten PLFA’s worden beoordeeld en worden vermeld als maat voor de stabiliteit van het bodemleven en de weerbaarheid van het substraat. De diversiteit van de PLFA’s is niet gelijk aan de daadwerkelijke diversiteit omdat één unieke fosfolipidevetzuur niet direct kan worden gekoppeld aan één soort.

Test in tuinbouwmaterialen
In 2019 is voor een validatieproef de PLFA-analyse uitgevoerd op ruim 500 monsters afkomstig uit de glastuinbouw. De meest voorkomende wortelmedia omvatten organische substraten (potgrond, veen/kokos), kasgrond, compost en drainwater. Tijdens deze analyse is onder andere de (totale) microbiële biomassa, schimmel biomassa en bacteriële biomassa bepaald. De verschillen zijn aanzienlijk (zie figuur 1). In de grafiek is de totale microbiële biomassa meer dan de som van de schimmel en bacterie biomassa omdat hier ook de andere micro-organismen onder vallen.


Figuur 1: PLFA-bepaling van de hoeveelheid microbiële biomassa, schimmel biomassa en bacteriële biomassa (in µg C per gram substraat) in verschillende wortelmedia. Bron Eurofins Agro 2019. 

Ook is de PLFA-analyse uitgevoerd op extracten afkomstig uit plugjes steenwol tijdens en na de teelt. De onderlinge verhouding tussen schimmels en bacteriën in steenwol is te zien in figuur 2.


Figuur 2: PLFA-bepaling van de hoeveelheid microbiële biomassa, schimmel biomassa en bacteriële biomassa (in µg C per gram extract) in steenwo. Bron: Eurofins Agro 2019.  

Om te beoordelen of de PLFA-analyse verschillen tussen diverse behandelingen kan aantonen, zijn tijdens het validatieproces ook PLFA monsters genomen in een aantal proeven. Eén van de proeven was een plantgezondheidsproef van Koppert Biological Systems in aardbei. Het doel van deze proef was om de weerbaarheid van de plant te beïnvloeden door andere bemesting strategieën toe te passen. Het stimuleren van bodemleven is hierbij een wezenlijk onderdeel, zie figuur 3.


Figuur 3: PLFA-bepaling van de hoeveelheid microbiële massa (in µg C per gram potgrond) bij anorganische, organische en gecombineerde bemesting. Bron: Koppert Biological Systems 2019. 

Bron: Eurofins Agro

Publicatiedatum: