Tholen - Een waarschuwing voor de plantenkweker die achterloos zijn klanten belevert. Slecht stek resulteert in slechte planten en goed stek in goeie, aangenomen dat de kweker zelf geen prutser is en alle denkbare vormen van overmacht een normale groei en bloei niet verhinderen. Alleen, als het dan toch niks wordt, hoe toon je dat dan aan?
Deze vraag staat gerant voor een lijvige justitiële discussie, zoals in deze zaak. Een leverancier van hortensiastek is door vijf verschillende bedrijven verweten slecht stek te hebben geleverd. 'Misère', zegt de een, 'slap, dun, glazig, rotte kopjes, klein', zegt een tweede, 'dun, iel, glazig en bijna niet te steken (...). Het materiaal deugde gewoon niet', zegt een derde. De man in het beklaagdenbankje zegt zich in deze beweringen uiteraard niet te herkennen en draagt bovendien een getuige aan die met het stek in zijn nopjes was.
E.e.a. speelde al in 2012-2013. Vorig jaar verklaarde de rechter de stekleverancier schuldig, in een zojuist uitgesproken hoger beroep wordt hij opnieuw in het ongelijk gesteld. De man is veroordeeld tot betalingen van schadevergoedingen aan gedupeerden - een kleine anderhalve ton - en het betalen van de proceskosten - alles bij elkaar een goeie 33.000 euro.