Afgelopen vrijdag organiseerden PwC en het Platform Geothermie een themabijeenkomst over innovatie en financiering bij geothermie.
PwC vertelde over innovatie, schaalvergroting en financiering en riep op de lokale uitdagingen voor de lokale overheden te erkennen. Een student van de TU-Delft verdedigde zijn stelling uit zijn afstudeerstage (en bevestigd door de TU) dat seizoensopslag van warmte één van de manieren is om de bedrijfstijd van een (aardwarmte-)bron én om de duurzaamheid van een warmtenet te verbeteren.
De Canadese firma Eavor presenteerde hun innovatieve concept van ‘closed loop’ geothermie gebaseerd op convectie en gaf aan nog op zoek te zijn naar een Nederlands project.
Paneldiscussie
Aan de hand van stellingen discussieerden de aanwezigen en een samengesteld panel - bestaande uit vertegenwoordigers van PwC, Rabobank, Eavor en APG management - over innovatie, schaalvergroting en financiering. De meeste mensen in de bijeenkomst bleken het eens te zijn dat subsidie nu nog nodig is om de ontwikkeling van geothermie te versnellen en te laten groeien.
Gebouwde omgeving hoeft niet te wachten op glastuinbouw
De meerderheid bleek het niet eens te zijn met de stelling dat er eerst meer geothermieprojecten moeten komen in de (glas)tuinbouw voordat er wordt uitgebreid in de gebouwde omgeving. De oproep was vooral: ga het doen en leer van elkaar. Warmtenetten is een veel gehoord onderwerp als belangrijk onderdeel van de opschaling van dergelijke aardwarmteprojecten en de rol van de overheid bij deze ontwikkeling, aldus Platform Geothermie.
De meningen waren verdeeld als het gaat over het vormen van een ‘verplicht fonds’ om risico’s bij geothermieprojecten af te dekken. Bijna niemand bleek te vinden dat financiële participatie bij geothermie nodig is voor draagvlak.
Bron: Platform Geothermie