Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Over snoepjes en de medicijnkast

"Je moet relevant zijn om mee te doen. Anders ga je het niet redden.” De visie van Fred van Luijk, één van de directieleden van kalanchoëkwekerij Vilosa, is duidelijk. En relevant is Vilosa. Als resultaat van de fusie vorig jaar van De Veranda en Solis Plant doet Vilosa als grote speler stevig mee op de markt.

Beide kwekerijen waren op zoek naar uitbreiding. Fred, die eerder directeur van De Veranda was, had al een extra locatie in Monster. “Samen ben je heel krachtig, het gaat om een enorme schaalvergroting. We zijn in gesprek gegaan met Solis Plant. Net als bij ons stond de opvolging ook daar klaar om het roer over te nemen.” Inmiddels zijn beide kwekerijen volledig opgegaan in Vilosa. “Als je wilt fuseren, moet je durven. Dan moet je alles doen, ook onroerend goed. We hebben er drie jaar over gedaan om alles helemaal te integreren. Nu zijn we een van de grotere kalanchoëkwekerijen van Nederland.” Van Iperen, in de persoon van adviseurs Arjan Spaans en Gerard Bok, vereerde Fred van Luijk met een bezoek.

Stek
In Nederland worden 100 miljoen kalanchoës per jaar geproduceerd. Vilosa kweekt er zo’n 15 miljoen. “Uiteindelijk heb je straks een aantal grote kalanchoëkwekers over. Wij willen de partij zijn met de mooiste en meest bijzondere planten. In de vestigingen in Monster en ’s-Gravenzande produceren we bij elkaar 13,5 miljoen planten per jaar. De speciale soorten produceren we in de vestiging in Honselersdijk. Dat zijn 1 tot 1,5 miljoen planten per jaar. Dat zijn onze ‘snoepjes’.” De kwaliteit van de planten begint bij de stek. “We betrekken onze stek voornamelijk uit landen als Oeganda en Tanzania, maar ook uit Turkije om het risico te spreiden. We willen onze stek uit minimaal drie verschillende landen. Onze ervaring is dat stek uit die landen het sterkst is. De groei- en lichtomstandigheden zijn daar heel gunstig en de kosten voor arbeid en transport liggen laag.”

Medicijnkast
Bij Vilosa wordt steeds meer gebruik gemaakt van biologische middelen. Fred: “Bij Kalanchoës is het heel belangrijk dat de groei wordt beheerst. Voor je het weet groeit de plant te hard. Het huidige middel om de groei in de hand te houden gaat eruit, maar dat geldt voor iedereen. Daarmee wordt het speelveld weer gelijk en heeft iedereen dezelfde uitdaging.” Arjan: “Het is heel belangrijk dat de wil er is om te experimenteren met biologie. En die wil is er bij Vilosa. Ze stellen ons als Van Iperen veel vragen, daar gaan wij dan mee aan de slag.”

Fred: “Je blijft chemie nodig hebben, maar alleen als medicijnkast. We kunnen bijvoorbeeld luizen biologisch bestrijden, maar soms lukt dat even niet of niet meer. Dan hebben we toch een toegelaten gewasbeschermingsmiddel nodig, min of meer als correctie of noodmaatregel. Als je dan bijvoorbeeld maar één keer per jaar gebruik mag maken van een chemisch middel, kan dat heel demotiverend zijn. Dat is theorie, zo werkt het in de praktijk niet. Je begint dan liever maar niet aan een geïntegreerde aanpak.”

Excursies
Om nog sterker te staan, werkt Vilosa samen met vier andere, goede kalanchoëkwekers. “We doen de inkoop van bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen en bemesting gezamenlijk. Ook stek kopen we samen in. Op termijn willen we ook de verkoop bundelen.” De rol van Van Iperen komt hierbij duidelijk naar voren: “We gaan meer kennis delen. Dus excursies lopen bij elkaar in de kas. Van Iperen speelt daarin een leidende rol. De kennis moet geregistreerd en geëvalueerd worden, zodat we op een hoger niveau komen, met name wat betreft het gebruik van biologie.”

Arjan: “We moeten ook breder kijken dan alleen bestrijding van plagen. Alles grijpt in elkaar. Je kunt ook door je bemestingsstrategie de groei beïnvloeden, daar heb je niet perse een middel voor nodig. Bemesting is soms ook gewasbescherming, dat gaat steeds meer op elkaar lijken.”

Fred: “Ik geloof dat we in de toekomst veel meer gebruik gaan maken van het licht. We hebben nu assimilatieverlichting. Maar bij ledverlichting kun je, door met kleuren te spelen, ook de groei beïnvloeden. De plant groeit in blauw licht minder hard. Met rood licht groeit hij harder. Dan kun je de plant aan het begin onder blauw licht zetten en langzaam het licht roder maken. Zo kunnen
we met licht en bemesting en een minimale hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen de groei beïnvloeden en sturen.”

Duurzaamheid is heel belangrijk voor Vilosa. Daarom is Vilosa Planet Proof gecertificeerd. Fred: “We kijken in de hele keten heel kritisch naar wat we doen, van de stekproductie tot aan het afleveren bij de klant. Al onze vestigingen zijn ook aangemeld voor deelname aan aardwarmteprojecten, wanneer dit van start gaat. Het zou mooi zijn als we actief kunnen bijdragen aan een groenere tuinbouwsector.”

Hoezen
Vanaf deze zomer heeft Vilosa nieuwe hoezen via Van Iperen. “We hebben allerlei hoezen, in alle kleuren en maten. We werken met drie segmenten voor de klant met elk een eigen merknaam. Een basissegment, Catchy. En twee segmenten daarboven, Le Chic en Calandiva. Daarnaast hebben we ook voor de klok een eigen merk, Le Bloom, om de directe handel niet te verstoren. Elk merk heeft zijn eigen hoes, passend bij het segment. We staan voor een goede kwaliteit, dus de hoezen stralen dat ook uit. We hebben ook hoezen van papier, voor de klanten die daar interesse in hebben. Daar hebben we bewust voor gekozen.”Het ontwerp van de hoes is samen met reclamebureau Speax bedacht. Het plantenpaspoort onderop de hoes is verplicht. Het nummer verwijst naar de kwekerij, zodat altijd de herkomst van een plant herleid kan worden. Ook staan er richtlijnen voor het gebruik van de plant op. Arjan: “In de loop van het proces is het ontwerp nog een beetje aangepast, zodat het perfect past bij Vilosa en de producten. Vilosa werkt ook met potcovers, met name voor de speciale soorten. Die zien er heel mooi uit, mensen zouden het zelfs zo in de vensterbank kunnen zetten.”

Trends
Inspelen op trends kan volgens de mannen door middel van de hoezen. “Met veredelen van nieuwe soorten kun je niet inspelen op actuele trends. Daarvoor is dat een te lang traject. Je hebt wel drie tot vier jaar nodig voor een nieuw soort. Door middel van de hoezen en het kiezen van de juiste rassen uit het huidige assortiment kun je wel meegaan met de trends.”De hoezen betrekt Vilosa bij Van Iperen vanwege de prijs en het vertrouwen dat er is. Gerard: “We werken met meerdere leveranciers. De meeste hoezen worden geproduceerd in Vietnam en China, maar we hebben ook leveranciers in Europa om de klanten te kunnen bedienen met korte levertijden. Iedere fabriek heeft zijn sterke punten. Bij Vilosa hebben we gekozen voor de beste leverancier om zo de kwaliteit te kunnen waarborgen, met name voor de machinehoezen. En de hoezen moeten ook wel echt goed zijn. Als er iets niet klopt en de machine loopt vast, is het voordeel van een goedkopere hoes snel weg.” Fred: “Van Iperen doet het goed. Als ze het niet goed doen horen ze dat wel van hun klanten, dus ze gaan echt niet te makkelijk met hun werk om.” Arjan onderstreept dit: “Je moet ook met elkaar blijven communiceren. Dan houd je elkaar scherp.”

Voor meer informatie:
Van Iperen
Smidsweg 24
3273 LK Westmaas
T: 0186 - 57 88 88
www.iperen.com

Publicatiedatum: