Groeilicht is één van de meeste cruciale productiemiddelen op een glastuinbouwbedrijf. Niet meer dan logisch dus dat telers het maximale rendement uit hun groeilichtinstallatie willen halen. Goed en regelmatig onderhoud - bij voorkeur in de periode rond de teeltwisseling - is daarom een must, stelt Hortilux. "Op deze manier ben je verzekerd van een optimale hoeveelheid groeilicht en daarmee van een maximale productie."
De prestaties en het rendement van een groeilichtinstallatie gaan, vanaf het moment van installeren, gaandeweg achteruit. Daaraan liggen diverse factoren ten grondslag. Zo vervuilen lampen, armaturen en reflectoren en is sprake van slijtage. “Telers die een nieuwe groeilichtinstallatie aanschaffen, denken vaak dat ze hier de eerstkomende jaren niet meer naar om hoeven te kijken”, zegt André Flinterman, accountmanager bij Hortilux.
“Maar vanaf het moment dat de lampen gaan branden, begint in feite het slijtageproces. Daarom is het cruciaal om jaarlijks een check-up te doen van je groeilichtinstallatie, te kijken hoeveel micromol aan licht het gewas ontvangt en daarnaast noodzakelijk onderhoud uit te voeren. De teeltwisseling is daarvoor een logisch moment. Telers staan hier niet altijd bij stil.”
Goed onderhoud levert geld op
Flinterman geeft aan dat telers die onvoldoende aandacht hebben voor het onderhoud van hun groeilichtinstallatie veel geld laten liggen. “Het kan om enorme bedragen gaan. Een nieuwe HSE NXT2 1000 watt-lamp vraagt bij inzet in tomaat bijvoorbeeld jaarlijks 160 euro per m2 aan energie. In de teelt van roos en lisianthus is dat zelfs meer dan 350 euro per m2. Geeft een installatie na enkele jaren vijf procent minder groeilicht, dan betekent dit dat je bij tomaat 8 euro per armatuur aan onbenutte energie betaalt. Bij roos en lisianthus is dat zelfs 17 euro per armatuur. Dat is natuurlijk enorm zonde. Goed onderhoud van de groeilichtinstallatie kan dan ook letterlijk geld opleveren.”
Jaarlijks controleren en doormeten
Flinterman adviseert om de groeilichtinstallatie jaarlijks te laten nakijken door een gespecialiseerd bedrijf. Onder meer de lampen, armaturen en reflectoren vragen aandacht. “Lampen horen volgens de specificaties 10.000 tot 12.000 uren mee te gaan. Maar sommige 1000 watt-lampen voldoen veel langer; dat hangt onder meer af van de kwaliteit van de lamp, van de stroomkwaliteit en van hoe vaak een installatie wordt aan- of uitgeschakeld.
Als de lichtoutput nog voldoende is, waarom zou je dan vervangen? Het is daarom cruciaal om de lamp regelmatig - na 2500 belichtingsuren of één keer per jaar – te laten doormeten door een specialist. Dit geeft inzicht in de lichtoutput in micromol, het energieverbruik en de lampspanning. Kortom: je weet waar je staat.”
Naast de lampen is het ook belangrijk om de condensatoren in conventionele armaturen regelmatig te laten doormeten. “Deze condensatoren slijten gaandeweg, waardoor het rendement van de groeilichtinstallatie terugloopt. Tijdig vervangen is dus van groot belang.”
Schoonmaken
Verder is het jaarlijks schoonmaken van lampen, armaturen en reflectoren een punt van aandacht. “Deze onderdelen vervuilen onder invloed van allerlei factoren en activiteiten in de kas. Dat heeft een negatief effect op het rendement van de installatie. Vervuilde lampen en armaturen worden warmer, waardoor de levensduur terugloopt. Bij reflectoren loopt de reflectiewaarde terug. Ook kan vuil in de reflector branden, wat ervoor zorgt dat deze eerder aan vervanging toe is.
Sterker nog: slecht onderhoud kan de levensduur van reflectoren halveren. Regelmatig schoonmaken levert dan ook echt wat op mits uit metingen natuurlijk blijkt dat schoonmaken zinvol is. Gespecialiseerde bedrijven kunnen dit schoonmaken volledig uit handen nemen, waardoor een maximaal resultaat gegarandeerd is.”
Stroomkwaliteit van invloed
Nog een belangrijk aspect is de stroomkwaliteit. Ook deze is van invloed op de prestaties van de groeilichtinstallatie en het lichtniveau in de kas. “De stroomkwaliteit fluctueert door het jaar heen door oorzaken van buitenaf. Bijvoorbeeld overcapaciteit: die ontstaat wanneer er vanuit de WKK’s meer wordt teruggeleverd aan het net dan dat er verbruikt wordt. Dit veroorzaakt een enorme piek. En als de stroomspanning te hoog of te laag is, draait de installatie minder energiezuinig en zullen onderdelen sneller slijten.”
Flinterman adviseert tuinders daarom om de leverancier van de groeilichtinstallatie of een ander gespecialiseerd bedrijf te vragen om het stroompaneel door te lichten. “Bij nieuwbouw kun je er daarnaast voor kiezen om 'power analyzers' in te bouwen in een stroompaneel. Deze monitoren continu de stroomkwaliteit van de installatie.”
Meer licht
Alle genoemde zaken dragen er volgens Flinterman toe bij dat er meer groeilicht beschikbaar is voor het gewas, wat de productie logischerwijs ten goede komt. “Goed onderhoud van je groeilichtinstallatie bespaart geld, doordat de energie die in de installatie gaat ook daadwerkelijk wordt omgezet in licht. Ook voorkom je vroegtijdige vervanging van lampen, armaturen en reflectoren als gevolg van slijtage en lichtverlies. Kortom: frequent onderhoud levert pure winst op. Telen onder groeilicht is topsport.”
Voor meer informatie:
Hortilux Schréder B.V.
[email protected]
www.hortilux.com
André Flinterman
[email protected]