Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Communicatie via geurstoffen

Onderzoekers kraken codetaal planten

Dat planten met elkaar kunnen communiceren is niets nieuws, maar hoe doen ze dat nu precies en welke boodschappen geven ze aan elkaar door? Onderzoekers van Wageningen University & Research hebben dit onderzocht. Nu nog bij populieren, maar in de toekomst zou het ook bij kasteelten mogelijk moeten zijn.

Als planten aangevreten worden door rupsen, produceren ze tientallen tot honderden verschillende geurstoffen. De natuurlijke vijanden van deze rupsen, zoals sluipwespen kunnen deze stoffen ruiken en komen vervolgens op de aangetaste plant af. Ook buurplanten ruiken deze stof en zetten hun verdediging alvast op stand-by. Van de vele vluchtige stoffen die planten uitscheiden, blijkt slechts een klein aantal geurstoffen aantrekkelijk te zijn voor sluipwespen. Welke stoffen deze boodschap doorgeven is veelal onbekend.

Iedere geurstof heeft zijn eigen betrouwbaarheid
In dit onderzoek is een model ontwikkeld waarmee de effecten worden nagebootst van de geurstoffen zodra die in de lucht terecht komen. Het blijkt dat sommige geurstoffen betrouwbare signaalstoffen zijn dat een plant aangevreten is, terwijl andere geurstoffen slechte voorspellers blijken.

Of een geurstof betrouwbaar is, wordt deels bepaald door de chemische eigenschappen. Sommige geurstoffen worden onder invloed van ozon en andere stoffen zo snel afgebroken dat de concentraties heel laag blijven en ze moeilijk te detecteren zijn.

Andere geurstoffen blijven zó lang intact dat ze geen goede informatie geven over de locatie van de bron. Ook blijkt dat sommige geurstoffen nog geproduceerd worden en in de lucht blijven hangen nadat de rups al gestopt is met eten, waardoor een sluipwesp onterecht denkt dat de rups er nog is.

De modelberekeningen van de onderzoekers komen goed overeen met veldwaarnemingen en studies in het laboratorium. Het model is toegepast op populier, maar kan ook ingezet worden voor andere soorten zodra de juiste gegevens beschikbaar zijn.

Ontcijferen van de taal van planten
Met deze studie hebben de Wageningse onderzoekers een eerste stap gezet in het ontcijferen van de taal van planten. Aangezien een plant tientallen tot honderden geurstoffen produceert is het bijna ondoenlijk om experimenteel te testen welke stoffen aantrekkelijk zijn voor de natuurlijke vijanden van de rupsen.

Het model dat ontwikkeld is in deze studie kan gebruikt worden om stoffen te identificeren, die vervolgens experimenteel getest kunnen worden. Vervolgens zouden onderzoekers in veredelingsprogramma's kunnen selecteren op planten die de juiste geurstoffen in verhoogde mate produceren.

Verder kan dit model gebruikt worden om push-pull systemen te optimaliseren. Push-pull is een manier in de landbouw om plagen in bedwang te houden, waarbij telers een gewas (vaak mais of sorghum) combineren met een voor de plaag aantrekkelijk ruikende en niet aantrekkelijk ruikende soort. 

Bron: Wageningen University & Research

Publicatiedatum: