Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Glastuinbouwhuishoudens hebben het meest te besteden

Inhoud portemonnee agrarische huishoudens krimpt voor vierde jaar op rij

Sinds 2001 moet jaarlijks minimaal 20% van de huishoudens in de land- en tuinbouw rondkomen van een inkomen onder de lage-inkomensgrens. In 2016 was dit percentage zelfs 44%, een stijging voor het vierde jaar op rij. De lage-inkomensgrens voor 2016 bedroeg ongeveer 23.870 euro. Opvallend is dat dit hoge percentage juist bereikt werd in het jaar waarin het gemiddelde inkomen per huishouden opliep tot het tot dan toe hoogste niveau in deze eeuw. Ook in 2002 en 2009 lag het percentage agrarische huishoudens boven de 40%, maar dat ging toen gepaard met gemiddeld lage inkomens. Dit duidt erop dat de inkomensverschillen rond het gemiddelde groot zijn. Vooral in de melkveehouderij kampten veel huishoudens in 2016 met lage inkomens.



Er zijn grote verschillen in het aandeel huishoudens onder de lage inkomensgrens zowel tussen bedrijfstypen als bedrijfsgrootte. In de periode 2012-2016 is het aandeel huishoudens onder de lage inkomensgrens het kleinst in de glastuinbouw, veroorzaakt door de goede bedrijfsresultaten in de laatste paar jaar. De leghennenbedrijven hebben te maken met grote schommelingen in het aandeel van de groep met lage inkomens tussen de jaren. In 2013 en 2014 was het aandeel hoger dan gemiddeld.

De varkensbedrijven waren in 2014 en 2015 sterk vertegenwoordigd in de groep met lage inkomens, maar een forse inkomensverbetering in 2016 deed het aandeel met lage inkomens dalen tot onder de 20%. De qua aantal bedrijven grootste sector, de melkveehouderij, zag het inkomen per huishouden in 2016 flink dalen door een gemiddeld lage melkprijs. Hierdoor steeg het aandeel huishoudens onder de lage inkomensgrens tot boven de 50%. In 2017 is daar door een sterk herstel van melkprijzen en inkomens wel weer wat lucht ontstaan.



De lage-inkomensproblematiek speelt zowel op grote als op kleine bedrijven, gemeten in euro Standaardopbrengst (SO). In 2012, 2015 en 2016, wat gemiddeld genomen goede inkomensjaren waren, is het relatieve aandeel huishoudens onder de lage inkomensgrens het grootst op de kleinere bedrijven (tot 250.000 euro SO). De grootste bedrijven (1,5–3 mln. euro SO) zijn voornamelijk te vinden in de glastuinbouw en intensieve veehouderij en relatief sterk vertegenwoordigd in de groep met lage inkomens in een jaar met lagere inkomens zoals 2013 en 2014. Kleine schommelingen in prijsmutaties, zowel positief als negatief, van producten werken sterk door in de resultaten van grote bedrijven.


Bron: Agrimatie
Publicatiedatum: