NVWA gaat 15% vollegrondstelers inspecteren

Inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gaan in 2017 circa 450 inspecties uitvoeren bij telers die boomkwekersgewassen, vaste planten of bloemisterijgewassen telen in de vollegrond. Bij de inspecties kijken inspecteurs of de telers zich houden aan de regels voor het gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen.

Met de inspecties wil de NVWA de naleving in deze sector verbeteren. Ongeveer 15% van de telers zal in 2017 worden geïnspecteerd.

Waarop let de NVWA tijdens inspecties?
Inspecteurs van de NVWA voeren fysieke en administratieve controles uit. Daarnaast kunnen zij ook monsters nemen van het gewas, de grond of het product. Tijdens inspecties wordt gekeken naar:

gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (opvolgen wettelijk gebruiksvoorschrift en zorgvuldig gebruik);
de voorraad gewasbeschermingsmiddelen;
bewijs van vakbekwaamheid (spuitlicentie);
administratieve verplichtingen (spuitregistratie en de gewasbeschermingsmonitor);
de spuittechniek (spuitapparatuur en –doppen)teeltvrije zones.

De NVWA voert in 2017 ook gerichte inspecties uit om te kijken of telers zich houden aan specifieke gebruiksvoorschriften. Bijvoorbeeld het verbod om bepaalde gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken op percelen langs het oppervlaktewater en het verbod om andere middelen te gebruiken tijdens de bloei van het gewas.

In de 1e maanden van 2017 richten inspecties zich op de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen in teeltseizoen 2016. Tijdens de inspecties die vanaf mei 2017 gehouden worden kijken inspecteurs naar het lopende teeltseizoen. Bij deze inspecties kunnen ook gewasmonsters genomen worden die in het laboratorium worden onderzocht op de werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen.