Nederland op de Tropical Plant International Exhibition

De Tropical Plant International Exhibition wordt jaarlijks georganiseerd door de Florida Nursery, Growers and Landscape Assocation (FNGLA) en richt zich op de productie en marketing van tropische planten en boomkwekersproducten in de VS en Canada.

De Florida Nusery Growers and Landscape Association (NGLA), opgericht in 1952, is de brancheorganisatie in Florida voor kwekers van tropische sierteelt- en boomkwekersproducten, hoveniersbedrijven en de toeleverende sector. Geschat wordt dat de tuinbouwsector in Florida jaarlijks voor meer dan US$1,5 miljard (1,4 miljard euro) aan tropische kamerplanten verkoopt. De totale verkoopwaarde van agrarische producten uit Florida wordt geschat op US$ 15 mld. (14 miljard euro) 80% van alle tropische planten in de VS zijn afkomstig uit Florida. De FNGLA is met 1800 leden de grootste statelijke tuinbouworganisatie in de VS. De organisatie wordt geleid door Ben Bolusky, CEO. Een belangrijke rol in de organisatie spelen tevens Billy Butterfield, de huidige president van de FNGLA en Lloyd Singleton, de huidige voorzitter van de TPIE. Dit zijn vrijwillige functies die jaarlijks rouleren onder de leden van de FNGLA.



De standhouders & bezoekers
De beurs vult een grote beurshal en bestaat uit zo’n 800 boots en 400 standhouders. Naast kwekers van tropische planten, retailers en leveranciers van plantmateriaal zijn ook veel toeleveranciers te vinden op de beurs voor kwekers. (geautomatiseerde productiesystemen, biologische controle, groeimedium producten, pluggen, kokos, beschermingsmiddelen, tuincentra en hardware stores) Voorbeelden van producten voor de detailhandel zijn kleurrijke vazen in allerlei formaten, plastic hoesjes en plantenvoeding. Vooral veel grote kwekers uit Florida zijn op de beurs te vinden, maar ook de staat Californië wordt goed vertegenwoordigd. Er staat een redelijk groot aantal Nederlandse bedrijven met mooie stands op de beurs, waaronder Van Rijn (Phalanopsis, Anthurium), Anthura (Anthurium), Sion (Phalanopsis) en Peter Bak (Bromeliads). Alle belangrijke klanten, zowel tuinders als retailers (ook vanuit de great lakes regio) komen naar de TPIE.

In 2016 werd de beurs door 6.000 mensen bezocht. Ter vergelijking, de Cultivate beurs in de VS ontvangt jaarlijks rond 10.000 bezoekers. De TPIE trekt veel belangstelling van de grote Amerikaanse detailhandelsketens, zowel de grote “box stores” zoals Home Depot, Wal-Mart, Target etc., maar ook van de meer traditionele supermarkten, zoals Kroger, Wegmans, Giant etc. De retailers zijn op zoek naar nieuwe marketing ideeën en materialen voor de verkoop in het voorjaar.

De Nederlandse bijdrage
Nederland werd ook in 2016 zeer goed vertegenwoordigd op de beurs. Zo’n 20 Nederlandse bedrijven waren in 2016 op de beurs te vinden. Daarnaast komt een groot deel van het tentoongestelde plantmateriaal uit kassen van Nederlandse kwekers, die zich in de VS of Nederland hebben gevestigd. Amerikaanse kwekers blijven voor een belangrijk deel afhankelijk van Nederlands kweekmateriaal voor de productie van hun tropische planten. Voorbeelden zijn anthurium, bromelia’s, phaleanopsis, varens & spathiphyllum. De meeste Nederlandse bedrijven zijn zeer tevreden over de beurs. Wel waren er klachten te horen over de hoge kosten van de door de organisatie aangewezen standbouwer voor deze beurs. Het is mogelijk om een eigen standbouwer in te huren. Het feit dat Nederlands plantmateriaal nog steeds niet in groeimedium naar de VS kan worden geëxporteerd blijft een doorn in het oog van veel bedrijven. Het is helaas nog steeds niet duidelijk wanneer de publicatie van de Final Rule voor de revisie van Q37 uit zal komen.

Holland Netwerk Receptie
Na afloop van de ronde tafel vindt altijd een goed bezochte Holland netwerkreceptie plaats. Vorig jaar waren in totaal rond 80 gasten. De gelegenheid om even te kennis te maken met de Nederlandse vertegenwoordigers en de netwerkgelegenheid wordt altijd door allen zeer op prijs gesteld. Mocht u als Nederlands bedrijf geïnteresseerd zijn in de netwerkreceptie, stuur dan een mailtje naar was-lnv@minbuza.nl.

Bron: Agroberichten Buitenland