Passie voor het Afrikaanse bonsaiboompje
Tekst en foto's: Jacqui Stroucken
De Trichodiadema bulbosum is door zijn opvallend grote en grillige wortelknol meteen een verhaal apart. Dit plantje prikkelt je fantasie. En er zijn er geen twee hetzelfde. Ieder plantje is dus exclusief, maar misschien is dat meteen ook het probleem voor de massahandel. Die zweert namelijk bij uniformiteit. Paul Gorren: "Dat is bij dit plantje moeilijk te bereiken. Elk exemplaar heeft een unieke vorm. Dat is nu eenmaal de natuur. Maar voor de liefhebbers is dat natuurlijk juist het leuke eraan." Voor hem zelf trouwens ook. Hij is helemaal in zijn sas met de nogal wat geduld vergende kweek in zijn kas in het Noord-Limburgse Reuver. "Deze planten zijn mijn lust en mijn leven," zegt hij. "Ik verheug me er elke ochtend op om ze weer te zien en ermee aan het werk te gaan."
Stam
Net zoals bij de Japanse bonsaiboompjes is ook bij deze Afrikaanse bonsai de stam het meest in het oog springende onderdeel. En hoe ouder het plantje, hoe mooier de stam. Als je er een paar bij elkaar ziet staan, lijken het net beeldhouwwerkjes van de natuur. Alsof je in elke stam de vormen herkent van mannetjes die in elkaar verstrengeld zijn en ingewikkelde poses hebben aangenomen als waren ze versteend in een spelletje Twister. Of vrouwtjes met kinderen op de arm, honden die tegen elkaar opspringen of een miniatuur mangrovebos. Je blijft ernaar kijken!
De groene kroon, die bestaat uit vlezige blaadjes met daarop zachte witte haren, kun je naar eigen smaak en inzicht in model knippen, zo vaak als je maar wilt. "De een houdt van frisgroen en kort," zegt Paul, "de ander vindt het juist mooier als die kroon er een beetje verwilderd uitziet en alle kanten op groeit. Als je hem helemaal zijn gang laat gaan, zullen de takjes van de kroon uiteindelijk gaan hangen en naast de hoofdwortel zelf ook wortel schieten. Uiteindelijk ontstaat er dan een hele plak met een breed vertakt wortelstelsel."
Duitse botanist
Het plantje is begin twintigste eeuw ergens in een Afrikaanse woestijn ontdekt door ene Martin Heinrich Gustav Schwantes (1881-1960). Deze Duitse archeoloog en botanist had zich gespecialiseerd in de zogenaamde ijskruidfamilie en hij was op zoek naar nieuwe varianten. In de Afrikaanse hitte en in de droogte van landen als Namibië en Zuid-Afrika. In die extreme omstandigheden bleken ze uitstekend te gedijen net zoals andere vlezige kruiden of struikjes waaronder de levende stenen, die tot dezelfde familie behoren. Sommige leden van de ijskruidfamilie hebben psycho-actieve stoffen en andere varianten worden zelfs gegeten als bladgroente. Van de Trichodiadema bulbosum is dat niet bekend. Schwantes ontdekte het plantje en gaf het ook zijn naam. Trichodiadema is afgeleid van het oude Grieks en betekent zoiets als: harige kroon. Bulbosum betekent wortelknol.
Door de liefhebbers wordt het sap sparende woestijnplantje, formeel dus een vetplant, ook wel succulente bonsai genoemd. De bloemetjes die in het voorjaar verschijnen en tot in de herfst blijven, hebben een doorsnee van maximaal twee centimeter. De bloemblaadjes lijken qua vorm nog het meest op die van madeliefjes, maar vanwege de donkerpaarse kleur en het knalgele bloemhart wordt dit plantje ook liefkozend woestijnroosje genoemd.
Passie
Paul Gorren van het bekende CactusWereld was enkele jaren geleden, net zoals Martin Schwantes, ook op zoek naar iets bijzonders. Hij zocht een nieuwe passie waaraan hij zich kon wijden, een nieuwe richting voor zijn bedrijf. CactusWereld werd opgericht in 1995 en verwierf binnen de kortste keren naam en faam in binnen- en buitenland met een voor Europa unieke, oude collectie cactussen. Gorren maakte de collectie toegankelijk voor publiek door de meest reusachtige en fantastische exemplaren uit te stallen in een sfeervolle woestijntuin. Daar konden liefhebbers dan doorheen slenteren, desgewenst met uitleg van een gids. Het werd een daverend succes. Niet alleen kenners en liefhebbers kwamen erop af, maar cactussen bleken ook ineens in trek bij het grote publiek. Hele busladingen mensen werden wekelijks, nee dágelijks, uit binnen- en buitenland bij CactusWereld afgeleverd.
Na verloop van tijd veranderden de omstandigheden en de economie. Aanvankelijk was CactusWereld als enige attraktie in de wijde omtrek op zondag geopend. Later moest de cactustuin concurreren met tuincentra en bijvoorbeeld het outletcentrum in Roermond. Maar wat misschien nog belangrijker was: het overwegend commerciële en toeristische karakter van zijn eigen bedrijf ging Gorren steeds meer tegenstaan. "Het werken met planten vond ik van begin af aan geweldig, maar eigenlijk kwam daar door alle drukte nog maar heel weinig van terecht," zegt hij.
Opnieuw
Hij besloot het roer om te gooien en deed in 2008 rigoureus afstand van de toeristische tuin. Voor hem hoefde het niet meer, de hele dag die harde Mexicaanse muziek voor de broodnodige Zuid-Amerikaanse sfeer, en al die mensen die de koffie met Limburgse vlaai soms belangrijker leken te vinden dan waar het eigenlijk om was begonnen: de cactussen. Hij begon helemaal opnieuw achter de schermen en verborgen voor het oog van het grote publiek in stilte. Hij koos aanvankelijk voor een handjevol cactussen met bijzondere eigenschappen, maar viel uiteindelijk als een blok voor het bijzondere en grillige uiterlijk van de Trichodiadema bulbosum.
Licht
Woestijnroosjes zijn thuis gemakkelijk te houden en ze zijn niet veeleisend. ’s Zomers staan ze het liefst buiten, op een balkon of in een serre. Hoofdzaak: veel licht. En dan kan er eigenlijk nog maar weinig misgaan. Ze nemen het je bepaald niet kwalijk als je ze af en toe vergeet water te geven; in de woestijn zijn ze immers niet anders gewend. Ze hebben trouwens wel een goed doorlatende bodem nodig, zodat de aarde tussen twee beurten water geven door steeds goed kan opdrogen. ’s Winters hebben ze minder water nodig dan ’s zomers en in zachte winters kunnen ze zelfs buiten blijven staan, want ze verdragen vier graden vorst.
Voor meer informatie:
CactusWereld
Paul Gorren
T: 06 - 5131 8486