Bruinrot in rozen vastgesteld bij 2 vermeerderaars en 4 kwekers
De NVWA heeft bij de kwekers watermonsters genomen, gewassen geïnspecteerd en plantmonsters genomen, als er bij de planten symptomen van besmetting met Ralstonia te zien waren. Het laboratoriumonderzoek neemt enkele weken in beslag.
Verspreiding
De bacterie Ralstonia solanacearum wordt verspreid via grond, water, gereedschap en mensen. Verspreiding binnen het gewas kan dus heel snel plaatsvinden via bijvoorbeeld snoeischaren waarmee de planten gesnoeid en de bloemen geoogst worden. Ook kan de bacterie zich makkelijk via water verspreiden. Vooral bij hoge kastemperaturen ontwikkelt deze bacterie zich zeer snel. Ralstonia staat vooral bekend als ziekteveroorzaker in aardappelen maar kan ook andere gewassen, zoals tomaat en veel sierteeltgewassen aantasten. Daarom moeten planten die besmet zijn met de bacterie volgens de Fytorichtlijn 2000/29/EG worden vernietigd. De bacterie vormt geen gevaar voor de volksgezondheid.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft tot nu toe bij 2 vermeerderaars en 4 kwekers besmetting met de bacterie Ralstonia vastgesteld. Daarnaast zijn nog enkele vermeerderaars in het onderzoek opgenomen, omdat deze bedrijven materiaal hebben uitgewisseld met de besmette vermeerderaars. Er is ook plantmateriaal naar andere landen geleverd. De NVWA heeft de autoriteiten van deze landen hierover geïnformeerd. De NVWA doet ook onderzoek naar de bron van de besmetting.
Maatregelen bij besmetting
Als uit het laboratoriumonderzoek van de NVWA blijkt dat planten of het watersysteem van een vermeerderaar of kweker besmet is, dan dient dit bedrijf de besmette planten te vernietigen en alle materialen en oppervlakken die met de bacterie in aanraking kunnen zijn geweest te reinigen en ontsmetten. Dit gebeurt onder toezicht van de NVWA.
Voor meer informatie over de bacterie, klik hier
bron: NVWA