Energie besparen door het verven van de buizen
Door mechanische slijtage van buisrailkarren of roltafelsystemen, slijt de verf van deze buizen, waardoor er roest ontstaat. Deze roestige buizen geven tot 10 procent minder warmte af dan een egaal geverfde buis. Tien procent komt overeen met een paar graden buistemperatuur. Door de buizen te verven wordt de warmteafgifte verhoogd en de verwarmingsinstallatie rendabeler. De retourtemperatuur daalt, zodat eventuele buffer en condensor beter worden benut. Ook hoeft de (toerengeregelde) verwarmingspomp minder hard te draaien, wat stroom bespaart.
Voor het verven van buizen zijn in principe twee typen verf te verkrijgen. Verf met oplosmiddelen en verf zonder oplosmiddelen. De oplosmiddelhoudende verf kan prima worden aangebracht in een lege kas door middel van bijvoorbeeld een elektrostatische robot. Het is zeer belangrijk dat de buizen na het aanbrengen goed warm gestookt worden (tot wel 80 graden Celsius) om er zeker van te zijn dat alle oplosmiddelen uit de verf verdampen. Deze oplosmiddelen zijn namelijk schadelijk voor de planten en zullen onherroepelijk gewasschade geven.
Wanneer men een oplosmiddelvrije verf toepast, hoeven de buizen niet warm gestookt te worden. Het volstaat om tijdens het opbrengen en drogen van deze verf een buistemperatuur aan te houden van zo'n 30 graden Celsius. Het grote voordeel van een oplosmiddelvrije verf is dat deze aangebracht kan worden als er een gewas in de kas staat. Hierdoor voorkom je dat er tijd verloren gaat met het aanbrengen van de verf tijdens de teeltwisseling. Zorg voor het aanbrengen van de verf altijd dat losse roestdelen van de buis zijn verwijderd. Oplosmiddelvrije verf kan prima met een verfhandschoen of roller worden aangebracht.
Sinds 1997 heeft Mardenkro een oplosmiddelvrije verf voor de tuinbouw; PipePaint (voorheen ReduPaint). PipePaint is bij de introductie uitvoerig getest door AB-DLO (voormalig Plant Research International Wageningen) op afgifte van giftige dampen. Vier gevoelige gewassen (tomaat, komkommer, koolrabi en radijs) zijn onder de slechtst denkbare omstandigheden uitvoerig getest en op geen van de plantensoorten zijn zichtbare of fysiologische effecten waargenomen die aan de verfbehandeling kunnen worden toegeschreven.