NVWA doet onderzoek naar bruinrotbesmetting bij rozen
Aanleiding voor het onderzoek is het aantreffen van de bruinrot-bacterie bij twee rozentelers in de provincie Zuid-Holland in augustus 2015. Bij de rozentelers is ras 1 van de bruinrot-bacterie aangetroffen. Dit is een andere variant dan de variant die bekend is van aardappelziekten in Nederland (ras 3). Roos was tot nu toe niet bekend als waardplant van de bruinrot-bacterie.
De NVWA doet op dit moment bij twee plantenkwekers en bij vijf telers nader onderzoek naar de omvang en de bron van de besmetting. Hiervoor heeft de NVWA monsters genomen van de planten en het watersysteem van deze bedrijven. Deze monsters worden onderzocht in het Nationaal Referentielaboratorium van de NVWA. Dit onderzoek kan enkele weken in beslag nemen. Afhankelijk van de uitkomsten besluit de NVWA of het nodig is ook bij andere bedrijven onderzoek te doen.
Maatregelen
Totdat alle resultaten van het (laboratorium)onderzoek bekend zijn mogen de betrokken plantenkwekers geen teeltmateriaal in de handel brengen. Betrokken telers mogen alleen snijbloemen in de handel brengen als de NVWA heeft vastgesteld dat er geen symptomen van bruinrot op de planten te zien zijn.
Als uit het laboratoriumonderzoek van de NVWA blijkt dat planten of het watersysteem van een teler of kweker besmet is met bruinrot, dan moet dit bedrijf de besmette planten vernietigen en alle materialen en oppervlakken die met de bacterie in aanraking kunnen zijn geweest reinigen en ontsmetten. Dit gebeurt onder toezicht van de NVWA.
Meer weten?
Bron: NVWA-mededelingen plantenziekten en plagen | 02 oktober 2015 / Naktuinbouw