Detectie en bestrijding van wol- en schildluis in sierteelt onder glas
De proefopstelling. Bron: Rapport Detectie en bestrijding van wol- en
schildluis in de sierteelt onder glas - Wageningen UR
In het eerste gedeelte van het rapport ligt de focus op wolluisdetectie. Hierbij is voortgebouwd op eerder onderzoek waaruit bleek dat op labschaal geuren die rozenplanten aanmaken na aantasting van wolluis verschillen van geuren van onaangetaste planten en planten met spint- of mechanische schade. Uit het voorliggende onderzoek bleek de verandering van verschillende geurstoffen als respons op een wolluisbesmetting van veel verschillende factoren afhankelijk te zijn: van het groeistadium van de plant (bloeiend/niet bloeiend), van het tijdstip van de dag waarop is bemonsterd, van de wolluisdichtheid en van de tijdsduur van wolluisbesmetting. Hoewel er in elk van de laboratoriumexperimenten meerdere geurstoffen zijn gevonden, die significant verschilden tussen planten met een wolluisbesmetting en planten zonder wolluisbesmetting, zijn er nog geen onderscheidende kandidaat indicator-geurstoffen van een (beginnende) wolluisaantasting gevonden, die betrouwbaar onder alle geteste omstandigheden naar voren kwamen.
Bij onderzoek naar nieuwe middelen kwam één nieuw middel naar voren dat effectief was tegen zowel de citruswolluis Planococcus citri als de rozenschildluis Aulacapsis rosae. Verschillende isolaten van entomopathogene schimmels konden wolluizen infecteren, maar waren niet effectief in kasproeven. De gaasvlieg Chrysoperla lucasina kon wolluis goed bestrijden bij herhaaldelijk inzetten. Een overmaat van Ephestia-eieren als alternatief voedsel kan deze bestrijding verslechteren.
Het onderzoek is in zijn geheel hier te lezen (PDF)
Voor meer informatie: Wageningen UR