Tholen - Ondernemers in de sierteelt en delen van de voedingstuinbouw die in de periode maart, april, mei 2020 ten opzichte van de gemiddelde omzet in dezelfde periode in de drie voorgaande jaren 2017-2019 een forse omzetderving hebben, komen in aanmerking voor een financiële compensatie om onder andere onvermijdelijke seizoensgebonden loonkosten te kunnen blijven betalen. Uitgangspunt is dat de eerste 30% van de omzetderving onder ondernemersrisico valt en dat de staat de resterende 70% van de schade voor een aanzienlijk deel compenseert. De verwachte uitgaven bedragen circa € 600 miljoen.
Dat maakte minister van LNV Carola Schouten gisterenavond in een officieel schrijven aan de Tweede Kamer en vervolgen in de media (o.a. hier in Op1, terugkijken vanaf min 28), bekend.
Uitvoering
Een dergelijk steunpakket t.w.v. € 50 miljoen wordt ook opgetuigd voor telers van fritesaardappelen. De uitvoering ervan is vooralsnog niet nader gespecificeerd. "De totale vergoeding per bedrijf die kan worden uitbetaald wordt geplafonneerd, om zeker te stellen dat alle bedrijven die aanspraak maken ook daadwerkelijk steun kunnen ontvangen. Beide regelingen zullen worden uitgevoerd door de RVO. Er volgt op korte termijn informatie over de nadere uitwerking en de wijze waarop bedrijven zich aan kunnen melden."
Vanuit de branche klinken - bij monde van, bijvoorbeeld, Jaap Bond van de Regiegroep Coronacrisis Tuinbouw , Sjaak van der Tak namens Glastuinbouw Nederland, en Steven van Schilfgaarde van Royal FloraHolland - opgeluchte geluiden. De lobby om extra steun voor de handel en teelt die door de huidige marktsituatie veel geld mislopen is gehoord. In deze piekperiode gedraagt de derving tot wel 100 miljoen euro per week, zo becijferde Floridata. Of deze 600 miljoen dan voldoende is - het is, zo licht men desgevraagd toe, domweg niet te zeggen. Het hangt er maar helemaal vanaf hoe de markt zich ontwikkelt.