Frank Teuber over toekomst Blumenbüro

Marketingmanager Frank Teuber verlaat na 22 jaar Blumenbüro Holland. In dit interview kijkt hij vooruit naar de toekomst van Blumenbüro, de Nederlandse sierteeltsector en onze samenleving.

Zowel mijn Nederlandse collega's bij Blumenbüro als de managers van FloraHolland heroverwegen ongeveer elke vijf jaar de internationale sierteeltsector en hun eigen strategieën. Dat is soms veeleisend, maar het houdt je scherp. Vijf jaar geleden hadden we de 'Discussie 2020' waarbij creatieve concepten werden ontwikkeld voor het toekomstperspectief van de sector. Nu hebben we het punt bereikt waarop we sommige hiervan in de praktijk kunnen brengen als een concrete strategie.

Er is een zogenaamd 'groeiplatform' ontwikkeld voor generieke communicatie met betrekking tot bloemen en planten. Het volgt bepaalde trends en vertelt de verhalen daar omheen. Dit wordt uitgevoerd in internationale campagnes met een nationale interpretatie voor Nederland, Duitsland, Frankrijk en Engeland - de belangrijkste markten voor BBH.

De vier belangrijke onderwerpen hierbij zijn 'Gezondheid en welzijn' – alles met betrekking tot individueel welzijn; 'Interieur' – alles wat de leefomgeving verbetert; 'Vier de seizoenen' – seizoensgebonden ankers; en 'Vrienden verbinden' – met betrekking tot menselijke relaties.

Ja, in bepaalde opzichten denk ik dat zeker. De Nederlandse sierteeltsector is zich aan het aanpassen aan de hand van proactieve veranderingen en het ontwikkelen van mogelijkheden en is dus op een positieve manier op de toekomst gericht. Ik geloof dat deze fundamenteel positieve, open houding en veranderingsbereidheid altijd de Nederlandse slagvaardigheid heeft gekenmerkt.

Ik denk dat de internationale bloemenmarkt zich aan het herstructureren is, met nationale effecten. In lijn met het feit dat we allemaal moeten leren dat we over vijf of tien jaar in een anders gestructureerde economie zullen leven. Of we dat willen of niet. Het is zeker een spannende, uitdagende ontwikkeling voor veel van de spelers op de markt.

De rigiditeit in sommige delen van de Duitse markt is vrij opmerkelijk. In onze sector praten veel mensen nog steeds over digitalisering alsof het een computer is die alles een beetje optimaliseert en de kas opent en sluit.

Kijk naar de vele digitale initiatieven in de sector in Nederland of het voorbeeld van het fantastische Floriworld project. Wat een geweldig idee om bloemen en planten in een avonturencentrum te plaatsen waar ze zoveel publiciteit krijgen en dit attractiepark in Aalsmeer te bouwen, dicht bij Schiphol, waar duizenden reizigers dit tuinbouwhoogtepunt kunnen bezichtigen in zowel analoge als digitale vorm.

Wat kan de Duitse tuinbouw hiervan leren, welke inspiratie kunnen ze opdoen voor de eigen sector? Kunnen we de economische betekenis van de tuinbouw hier ook niet op een dergelijk manier zichtbaar maken? We zijn toch meer dan alleen techniek en de auto-industrie?

Dat weet niemand. In deze zeer dynamische wereldmarkt ervaren we momenteel grote veranderingsprocessen in veel onderdelen van de samenleving. We zullen onszelf een heleboel vragen moeten stellen: Welke producten zullen in de toekomst daadwerkelijk naar Duitsland komen? En onder welke voorwaarden? Waar zal de wereldwijde productie naartoe gaan? En wie verdeelt het? Is een exporteur nog wel exporteur? Is een teler nog steeds teler of meer een energieleverancier? Wie is de consument van morgen, wat koopt hij of zij en hoe en waarom?

Meer van hetzelfde is niet de juiste manier om naar de toekomst te kijken. We kunnen geen uitspraken doen over de toekomst op basis van het verleden. We kunnen alleen proberen, falen en opnieuw proberen. Dit betekent het ontwikkelen van een constructieve mislukkingscultuur die ons nieuwe dingen leert! Als we falen en van onze fouten leren, kunnen we morgen succesvol zijn. En dat is wat we opnieuw moeten leren – ons toekomstige succes!