Polen werken hard en blijven steeds vaker in Nederland wonen
De Poolse groep is daarmee in korte tijd uitgegroeid tot de qua omvang zesde migrantengroep in Nederland. De meeste Polen wonen in het westen en zuiden van Nederland. Driekwart van de na 2004 gemigreerde en ingeschreven Polen denkt over vijf jaar nog in Nederland te wonen en 19% wil voor altijd in Polen wonen. Het aandeel Polen in Nederland met een gezin neemt toe: in 2005 had 30% van de na 2004 gemigreerde Poolse paren één of meer kinderen, in 2017 is dat iets meer dan 50%.
Drie kwart van de Poolse migranten heeft betaald werk. Dit is ongeveer gelijk aan autochtone Nederlanders (77%). Wel zijn zij twee keer zo vaak afhankelijk van een flexibele arbeidsrelatie (42% tegen 22%), werken ze veel vaker meer dan 35 uur per week (78% tegen 49%) en veel vaker in banen op het laagste beroepsniveau (47% tegen 9%).
Hoge arbeidsparticipatie
De arbeidsparticipatie is met 75% hoog en de werkloosheid met 6,7% relatief laag (vergelijk: 19,7% onder niet-westerse migranten). Bij de hoge arbeidsparticipatie speelt de georganiseerde arbeidsmigratie een rol: veel uitzendbureaus leiden Polen rechtstreeks naar werk in Nederland. Toch is hun positie op de arbeidsmarkt ook kwetsbaar gezien hun oververtegenwoordiging in flexibele arbeidsrelaties aan de onderkant van de arbeidsmarkt, waarin zij vaker veel uren werken onder fysiek zwaardere werkomstandigheden in vergelijking met autochtone Nederlanders. Poolse migranten zijn ook in vergelijking met andere migrantengroepen oververtegenwoordigd aan de onderkant. Een belangrijke reden hiervoor is dat veel Polen naar Nederland zijn gekomen om geld te verdienen in sectoren met veel laaggeschoold werk zoals de bouw, industrie en land- en tuinbouw.
Onderkant arbeidsmarkt
Het beeld dat de Polen hard werken, zien we ook in ons onderzoek terug. Poolse migranten werken gemiddeld genomen veel meer uren dan autochtone Nederlanders. Ze komen in veel gevallen om in Nederland te werken om zo meer geld te verdienen dan ze in Polen zouden kunnen. Dit betekent dat ze vaak werk onder hun opleidingsniveau aannemen in sectoren als de land- en tuinbouw, de bouw en de industrie. Hun (nog) beperkte beheersing van het Nederlands belemmert hen werk 'op niveau' te vinden. Dat heeft� tot gevolg dat hun positie op de arbeidsmarkt kwetsbaar is. Poolse migranten doen vaak zwaar werk in elementaire beroepen zonder veel zekerheid, vaak als –flexwerker. Hun inkomen ligt bovendien duidelijk onder dat van autochtone Nederlanders en armoede komt in deze groep vaker voor. Toch was volgens de Poolse migranten sprake van een verbetering, omdat ze duidelijk meer verdienen dan ze in Polen deden of zouden doen.
Kwetsbaar
Een verschil met andere migranten groepen is dat de Polen (net als andere EU-migranten) gemakkelijker terug kunnen naar Polen als ze geen werk meer kunnen krijgen. Ze zijn dus weliswaar kwetsbaar op de arbeidsmarkt, maar hun situatie is anders dan die van migrantengroepen die deze mogelijkheid niet hebben. De positie aan de onderkant van de arbeidsmarkt gaat niet samen met een hoge werkloosheid en uitkeringsafhankelijkheid. Dat weinig Poolse arbeidsmigranten een bijstandsuitkering hebben, komt niet alleen door hun hoge participatie. De mogelijkheden voor het verkrijgen van een uitkering zijn beperkt voor degenen die kort (minder dan vijf jaar) in Nederland verblijven. Wanneer het verblijfsperspectief langer wordt, is het niet ondenkbaar dat de bijstandsafhankelijkheid en het beroep op werkloosheidsuitkeringen groter worden, juist omdat de Poolse groep zich voor een groot gedeelte aan de onderkant van de arbeidsmarkt bevindt.
Bron: SCP