Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Inkomen snijbloementelers stabiel, met lichte plus

Forse stijging sectorresultaat land- en tuinbouw

De bruto toegevoegde waarde van de totale agrarische sector is in 2017 met ruim 15% gestegen tot bijna 12 miljard euro. Ook het resterende inkomen van de agrarische sector steeg ten opzichte van 2016, en wel met ruim 1,5 miljard euro tot ongeveer 4,5 miljard euro. In 2017 is de ruilvoet van de agrarische sector fors verbeterd: de gemiddelde prijs van de totale intermediaire kosten steeg veel minder sterk dan de gemiddelde prijs van de opbrengsten. De productiviteit vertoonde voor het derde jaar op rij een hele lichte achteruitgang.

Het resterend inkomen van de land- en tuinbouw wordt bepaald door de bruto toegevoegde waarde te verminderen met afschrijvingen, betaalde factorkosten (loon, rente, pacht) en het saldo van niet-productgebonden subsidies en heffingen. Het resterend inkomen in 2017 is becijferd op 4,5 miljard euro, wat 50% hoger is dan in 2016.

De afschrijvingen in de agrarische sector zijn in 2017 nagenoeg gelijk gebleven. Iets hogere prijzen en een iets lager volume liggen hieraan ten grondslag.

In 2015 is de waarde van betalingsrechten per aanvrager vastgesteld. Dit is gedaan voor elk jaar in de periode 2015 tot en met 2019. Omdat er in 2015 minder betalingsrechten zijn toegekend dan verwacht, is de waarde van de betalingsrechten aangepast. Met terugwerkende kracht zijn de betalingsrechten per 15 mei 2016 met 1,874% verhoogd. Dit geldt ook voor de waarde van de betalingsrechten die zijn berekend voor 2017-2019. De jaarlijkse uitbetaling zal gekoppeld zijn aan het hebben van een geldige KvK-inschrijving. Omdat de betalingsrechten jaarlijks afnemen, zijn ze in de raming ook iets lager verondersteld. Ook de vergroeningsbetaling zal naar verwachting iets dalen. De niet-productgebonden heffingen komen in 2017 hoger uit, vooral door stijgende waterschapslasten.
 


De betaalde factorkosten worden in 2017 gekenmerkt door hogere loonkosten en lagere uitgaven voor pacht en rente. Het aantal betaalde arbeidskrachten in de agrarische sector is in 2017 nagenoeg gelijk gebleven. De uurlonen namen met ongeveer 3% toe. Door ruim 5% hogere werkgeverslasten en sociale premies stegen de totale loonkosten met bijna 4%. Door de verdere daling van het rentepercentage nam het bedrag aan betaalde rente met ongeveer 5% af, terwijl ook de ontvangen rente fors daalde. Voor 2017 is uitgegaan van een daling van de prijs voor pacht met prijsregulatie van 10%. Voor de gemiddelde prijs van pachtcontracten zonder prijsregulatie wordt een prijsstijging aangenomen van 4%. Voor alle pachtvormen samen is voor 2017 een prijsdaling van 1% geraamd bij een nagenoeg constant volume.

Inkomen snijbloementelers stabiel, met lichte plus
Naar verwachting blijft het gemiddeld inkomen uit bedrijf per onbetaalde arbeidskracht nagenoeg gelijk ten opzichte van 2016; een stijging van 4.000 euro naar 146.000 euro. Zowel de opbrengsten als de kosten zijn met een kleine 3% gestegen. Rondom het gemiddelde zien we grote verschillen tussen bedrijven. Meer informatie & cijfers vindt u hier.

Bron: Agrimatie
Publicatiedatum: